-12- 7- Hoe is het mogelijk dat in het plan 1965 op het bedoelde gebied een agrarische kernbebouwing is toegestaan; in de tekst daarbij staat, dat op de als zodanig bestemde grond mogen worden opgericht woningen en bedrijfsgebouwen, al dan niet behorend tot een agrarisch bedrijt ,met dien verstande dat, (en dan krijgen we met afmetingen te maken) Spreker dacht ergens gelezen te hebben, dat in het plan 1965 een gedeeltelijke onthouding was opgelegd door gedeputeerde staten. Waarom is dat niet in de papieren van 1965 verwerkt? Spreker heeft dat in ieder geval niet terug kunnen vinden. Als er n.l. een ge deeltelijke onthouding gegeven zou worden op een plan, dan zijn burgemeester en wethouders conform art. 30 R.O. verplicht binnen een jaar een nieuw bestemmingsplan ter inzage te leggen. Ook dat komt spreker niet tegen, anders zou het bestemmingsplan niet van mei 1965, maar ergens in 1966—1967 moeten zijn. De heer VAN BEEK zou deze vragen graag door het college beantwoord zien. Het is de heer MARCELISSEN niet duidelijk waarom het college van burgemeester en wethouders voorstelt om de heer Peeters geen bouw vergunning te verlenen. Spreker vraagt zich af of het college goed op de hoogte is van de situatie ter plaatse en de feiten die er zijn. Spreker is het met de heren Van Beek en Oomen eens dat bij bedrijfs gebouwen een dienstwoning hoort. Door omstandigheden heeft de heer Peeters geen dienstwoning. De heer MARCELISSEN verzoekt het college alsnog aan de heer Peeters op grond van art. 19 een bouwvergunning te verlenen. Als de heer VAN GASTEREN het preadvies goed leest, valt hem op, dat hier geen sprake is van een bedrijfswoning, maar van een woning met bijbehorende garage. Blijkens een brief van de heer Peeters zijn er door de gemeente verwachtingen gewekt. Indien dit zo is, vindt spreker dat de aanvrage gehonoreerd dient te worden, hetzij oen nieuwe aanvrage in te dienen voor een bedrijfswoning. Het is overigens bekend, dat de heer Peeters naast zijn woning aan de Meirstraat ook nog een elders gelegen woning heeft, welke leegstaat Verder merkt de heer VAN GASTEREN op, dat de heer Peeters een anti-speculatiebeding wil, waarvan spreker een groot voorstander is. Als het college van mening blijft dat het beroepschrift in strijd is met de bouwverordening en de bestemmingsbepalingen, is spreker bereid het preadvies te steunen. De VOORZITTER deelt m.b.t. de vraag van de heer Oomen mede, dat het bedrijf op 1 mei 1930 is geregistreerd en op naam van Peeters graan— en meelhandel staat. Dit bedrijf is op 1 januari 1968 voort gezet door H.J.F.M. Peeters, de eigenaar. Bij voornoemd bedrijf hoorde een bedrijfspand en een woning, Meir straat 79» De eigendommen zijn juridisch gesplitst op 7 december 1977, dus ^7 jaar lang is het een bedrijf, compleet met bedrijfswoning geweest. De VOORZITTER zegt m.b.t. de stukken dat de oude bescheiden b.v. plan 19^2 voor de raadsleden op de gemeentesecretarie ter beschikking s taan Bij navraag worden deze ter inzage verstrekt ten gemeentehuize. Dat in het verleden medewerking voor bouw is gegeven en dit nu dit niet meer kan is voor belanghebbenden wel zuur, doch er moet een goede ruimtelijke ordening zijn, rekening houdend met de wettelijke

Raadsnotulen

Oud en Nieuw Gastel: 1938-1980 | 1979 | | pagina 61