(opmerking» By nadraflien van de iapeband is de gang van zaken als
volgtt De heer VAN BEEK zegt dat de gemeente van de sporthal die
niet gebouwd wordt subsidie kan betalen aan mindervaliden, aan peu
tert jes, aan minderheidsgroeperingen, waarop de VOORZITTER zegt,
dat de gemeente met de bouw van een sporthal toch geld verdient.
De heer VAN BEEK reageert hierop met: "vergeet het maar").
De heer VAN GASTEREN merkt m.b.t. art. 10 van het Reglement
van Orde op, dat men in de gelegenheid is vragen te stellen over
toezeggingen.
Spreker vraagt wat er terecht is gekomen van de toezegging,
die de voorzitter deed op blz. in de 9e en 10e regel van boven
inzake de commissie onderwijs. De voorzitter zou dit n.l. nader
bespreken en er zou nader overleg plaatsvinden.
De VOORZITTER antwoordt dat dit als punt 6 op de aktielijst zal
komen.
Op bladzijde 16 staat by de rondvraag n.a.v. de vraag van de
heer Van Beek inzake de voetgangersoversteekplaats: "Andermaal
zal morgen wederom contact met de provinciale waterstaat opgenomen
worden". De heer VAN BEEK vraagt wat het resultaat is van dit
overleg.
De VOORZITTER licht toe, dat de voetgangersoversteekplaats aan de
Veerkensweg kèn en z&l worden aangelegd, maar wanneer heeft spreker
niet kunnen achterhalen.
Rekening houdend met voormelde aantekeningen worden de notulen
zonder hoofdelijke stemming met algemene stemmen gearresteerd.
3» Ingekomen stukken
(preadvies nr.: 79.04o)
Aan de ingekomen stukken wordt een schrijven van de heer Van
Gasteren toegevoegd, waarin interpellatie wordt aangevraagd.
De VOORZITTER zal hier direct op terugkomen.
De heer VAN DUIJVENBODE heeft een vraag m.b.t, punt "f" inzake
de tarieven van deHV.Sportfondsenbad, maar de VOORZITTER deelt
mede, dat dit een zaak is van de N.V. Sportfondsenbad.
Deze Naamloze Vennootschap is door de raad in het leven geroepen
en daarmee is de dagelijkse gang van zaken uit handen van de raad
genomen en aan de N.V. gegeven.
De VOORZITTER stelt voor eventuele vragen aan de secretaris voor
te leggen en deze zullen dan schriftelijk beantwoord worden.
Er is een Raad van Beheer, waarin afgevaardigden van uw raad
zitting hebben, en het college zal de vragen aan deze Raad van
Beheer toezenden.
De heer VAN DUIJVENBODE kan hiermede instemmen.
Mevrouw HENDRICKX heeft geconstateerd dat er meer gebruik gemaakt
is van het filteren van het water dan noodzakelijk was en dat de
kosten die hierop betrekking hebben gestegen zyn.
Spreekster wil dat er op toegezien wordt dat er geen onnodige
werkzaamheden verricht worden.
- Indien mevrouw Hendrickx deze vraag wenst in te sturen, zal de
VOORZITTER als voorzitter van de Raad van Beheer zorgen dat deze
zaak door de secretaris van deze Raad van Beheer beantwoord wordt.
De VOORZITTER komt terug op de ingekomen brief van de heer Van
Gasteren, waarin deze vraagt een interpellatie te mogen houden.
De SECRETARIS leest de brief voor, welke luidt als volgt:
Ondergetekende, lid van de gemeenteraad, is voornemens zo spoedig
j mogelijk gebruik te maken van het recht van interpellatie krachtens
;v artikel 22 van het reglement van orde, inzake het voornemen van
het college, uitvoering te geven aan haar voornemen mede te werken
e* aï*^* w.r.o. juncto art. 50, 8e lid Woningwet, bouwvergunning
te verlenen aan L.P.W. van Popering.
-W» rr l—.ti ~~T.~ iwm. 'r.:»»—"."'W"
