De VOORZITTER geeft de volgende antwoorden: a. een woning in het buitengebied, behorende by een agrarisch bedryf, estetisch aangepast aan de omgeving behoeft het landelyk karakter van de gemeente niet te verstoren. b. indien bebouwing in het buitengebied zodanig geschiedt, dat openbare voorzieningen (gas, water, licht, riolering, wegenaanleg, enz.) moeten plaatsvinden, dan komt dit ten laste van de algemene dienst van de gemeentebegroting en blijven de kosten ten laste van de gemeen schap. De gemeente kan echter alleen gronden in exploitatie nemen by "maagdelijke" terreinen, welke bouwryp gemaakt moeten worden. c. burgerbouvf in het buitengebied kan inderdaad de bedrijfsuitoefening van agrariërs belemmeren in verband met de toepassing van de Hinderwet. 4. Is het college bereid om met de raad tot duidelijke en vaste afspraken te komen voor wat betreft toepassing art. 19 Wet op de R.O., juncto art. 50 van de Woningwet? De VOORZITTER deelt mede, dat het college een instelling van een vaste commissie voor de ruimtelijke ordening aan het voorbereiden is. Op korte^fc termyn zullen hieromtrent voorstellen aan de raad worden gedaan. 5. Op grond van welke overwegingen is aan de heer H.J. Peeters geweigerd een bouwvergunning te verlenen t.b.v. het bouwen van een bedrijfswoning? (beslBenW 25-2-1979, nr. 531). De VOORZITTER antwoordt, dat de bouw van de heer Peeters in strijd is met de vigerende bestemmingsplannen. Ten aanzien van het antwoord genoemd onder vraag 3b van de voorzitter, merkt de heer VAN GASTEREN op, dat het college hiermee bevestigt, dat de kosten van de bouw in het buitengebied ten laste komen van de gemeen schap. De VOORZITTER stelt dat als er gebouwd gaat worden in het buitengebied op een gebied waar geen bestemmingsplan geldt en de gemeente moet daar kosten voor maken, dan zouden de kosten inderdaad ten laste komen van de gemeenschap. 13. Sluiting De VOORZITTER sluit hierna de vergadering met het conform het Reglement^ van Orde vastgestelde gebed. Vastgesteld in de openbare vergadering van 25 april 1979. De raad van de gemeente Oud en Nieuw Gastel, de secretaris, Ae/voorzitter \y

Raadsnotulen

Oud en Nieuw Gastel: 1938-1980 | 1979 | | pagina 49