I - 17 - jS I De verkoop van de 10 ha grond, welke de gemeente bezit, heeft onze aandacht. We zullen bezien hoe de prijzen liggen, wat de mogelijkheden zyn voor de gemeente en wat het beste is. Hierna het woord aan de V.V.D., de heer VAN BEEK: Ik heb nooit geweten, dat de waarheid zo hard kan aankomen. Ik heb het wel eens vermoed, maar de bevestiging in zo'n korte termyn ervan, dat is me dikwijls onthouden, het is me nu zelfs gegund. Ik heb een algemene beschouwing gehouden en daar heb ik een aantal feiten in aangehaald. Die feiten worden nu door de heer Sweere als een leugen op tafel gelegd. Hij haalt daarvoor aan de raadsvergadering van 27 december 1978. Ik heb hier voor mij liggen het investeringsplan 1979» gedateerd donderdag 18 december, wat foutief was en is veranderd in 14 december. Er is een informele bijeenkomst geweest, waarin de investeringsnota besproken werd in de raad. Het is ondertekend door de heer Ernest, toenmalig loco-burgemeester. De heer Ernest vertegenwoordigt 5 man in de raad. Het is mede onder verantwoordelijkheid van de heer Van Merrienboer opgesteld, toen wethouder, nu ook nog wethouder en mede onder de verantwoordelijkheid van de heer Gelyns, toen derde wethouder. Samen vertegenwoordigden zy dus negen man, het cijfer vertegenwoordigde dus eigenlijk elf man,zijnde de coalitie die zy gekozen hadden. Op die investeringsnota, een afschrift zou ik hiervan best willen maken voor de raadsleden, voor het college, voor de pers en voor alle belangstellenden, ontbreekt ten ene male het bejaardenverzorgingstehuis. Ik heb het over de investeringsnota 1979, dat staat ook in myn algemene beschouwing, niet over de investeringsnota 1980. Een goed lezer heeft een half woord nodig. Daarnaast heb ik een aantal zaken aangehaald in die algemene beschouwing, die op de band van de notulen terug te vinden zijn. Ik heb een hoger I.Q. als jij, dat staat er letterlyk opP Het is niet in de notulen opge nomen en ik heb er ook geen bezwaar tegen gemaakt, want ik kan me voorstellen, dat men dat er liever aflaat. Voor de rest staat er niets in heel die algemene beschouwing over het hele raadsgebeuren, er staat alleen een verhandeling in over een, niet mynheer Sweere een oude theorie, het is een hypermoderne hedendaagse socioloog, psycholoog. Hy leeft vandaag de dag nog, de goede man. Dus het is helemaal geen oude theorie, hy is ontzettend bjj de tijd. Ik had nog één vraagje, eigenlijk richting de heer Sweere: Sprak hy namens het C.D.A. of namens zichzelf? Dat is mjj namelyk niet altyd duidelyk, omdat er verschillende woordvoerders zyn, die namens het C.D.A. spreken. Mag dat nog één keer toegelicht worden? De VOORZITTER geeft het woord even aan de heer SWEERE, welke als volgt spreekt Ik spreek namens het C.D.A. Ik heb iedereen in kennis gesteld van dit gegeven. De heer VAN BEEK vervolgt zyn betoog: Ik vond de reactie van de voorzitter begrypelyk. Hy heeft de bood schap, die er in hoofdletters onderaan staat, heel goed begrepen. Daar ben ik hem erg erkentelyk voor en ik zal daar het komende jaar ook terdege rekening mee houden. Nogmaals, ik vind liet een trieste zaak, dat mijn stelling in die hele beschouwing zo keihard bewezen wordt door de heer Sweere, waar ik hem dank voor zeg. Nu wil ik inhoudelyk even op een paar punten ingaan, die vanavond aan de orde zyn geweest. Op de eerste plaats is dat het door ons

Raadsnotulen

Oud en Nieuw Gastel: 1938-1980 | 1979 | | pagina 337