*v
10 -
OverigenB wil ik nog opmerken, dat ik het vreemd vind dat je de taxatiekosten
in 10 jaar afschrijft. De taxatie moet immers één keer per 5 jaar gebeuren.
De tweede belasting met een afwijkend verhogingspercentage is de reinigingsrechten.
Met de verhoging van 8$, zal de netto opbrengst uit de particuliere sector in 1980
voor de reinigingsdienst 60.000,bedragen» of anders gezegd, ieder gezin kan
voor 24,- - per jaar zijn vuil af laten voeren en laten verbranden. Meneer de
voorzitter, dat is een koopje. Deze dienst aan het publiek kost de gemeente netto
250.000,— per jaar. Een kostenpost die onaanvaardbaar hoog is. Daar hebben wij
"bij de begrotingsbehandeling 1979 al op gewezen. Toen is er al gezegd dat er een
onderzoek ingesteld zou worden naai- een alternatieve reinigingsheffing. Het is
zuur te moeten constateren dat we nog niet verder zijn gekomen. Toch wil ik U
verzoeken dit onderzoek bovenaan Uw actielijst te plaatsen.
Uit de beleidsnota, meneer de voorzitter, blijkt zo tussen de regels door, dat het
college het functioneren van de commissies nog niet zo succesvol vindt. Het college
zoekt de oorzaak van dat mindere functioneren in het feit dat er zeven fracties in
de raad vertegenwoordigd zijn. Twee van de éénmansfracties, de P.v.d. A. en de
V.V.D, weigeren in commissieverband mee te werken aan het voorbereidend beleidswerk.
De redenen hiervoor zijn onduidelijk. Bij de vorige begrotingsbehandeling heeft de
heer van Gasteren ons nog lange tijd bezig gehouden met een lezing uit het rapport van de
n Commissie Merks". Hij deed ons als raadslid precies uit de doeken, hoe een raadslid
het best zou kunnen functioneren. Het werken in commissies achtte hij toen zeer
belangrijk. Typisch is dat nou net van Gasteren, na eerst een tijd de commissievergaderingen
slecht bezocht te hebben, hij het daarna maar helemaal liet afweten. Gemak dient de
mens nietwaar
mk
Op het gebied van de ruimtelijke ordening, meneer de voorzitter, zijn we het afgelopen
jaar een aantal keren geconfronteerd met vervelende zaken die voortvloeiden uit het
vroegere beleid op dit gebied. Veelal betrof het al dan niet mondelinge of schriftelijke
toezeggingen van een bouwvergunning in het buitengebied door het vorige college.
Gelukkig heeft dit college de moed getoond dit beleid om te buigen. Gelukkig, meneer
de voorzitter, om vele redenen. Ik noem er U enkelej uitoefening van het agrarisch
bedrijf wordt door de bebouwing in het buitengebied erg bemoeilijkt, denk aan het
milieu-aspect, en de slechte ontsluiting van de landbouwgronden, uit het oogpunt van
Volksgezondheid! de natuurwetenschappelijke waarde van het buitengebied enz.
Ondanks de grote teleurstellingen, die deze ombuiging bij verschillende inwoners
teweeg heeft gebracht, wil ik U toch verzoeken op deze ingeslagen weg door te gaan.
Even als vorig jaar, meneer de voorzitter, prijkt er weer een pout van 25.000,--
op de begroting voor het maken van een structuurschets. In de beleidsnota tipt U de
moeilijkheden aan die het maken van een structuurplan in de weg staan. Meneer de
voorzitter, die moeilijkheden, zoals bijv. de ligging van de sportvelden, behoeven
geen problemen op te leveren. Je kunt ze ook meenamen als vaststaande pegevens.