Bij het bestuderen van de begroting is het jammer, te moeten constateren, dat er bij het samenstellen van de begroting er wel eens aan die uitgangspunten gedacht is, maar er niet naar gestreefd is de kostenstijgingen binnen deze lijnen te houden. Een"spectaculair" voorbeeld daarvan is de loonpost van het personeel van de gemeentesecretarie, die dit jaar met ruim 16lZ omhoog gaat. En om het eens duidelijk uit te laten komen, deze post stijgt van 550.000,in 19?8 naar 750.000,in 1980. En alsof deze stijging nog niet voldoende if, stelt U bij hoofdstuk 14 par. 2 voor om een personeelsuitbreiding te doen, met de geraamde kosten van 55*000, Dit soort zaken zijn voor het CDA moeilijk verteerbaar. Zij passen niet in het kader van BESTEK 81Deze kostenstijgingen moeten worden opgevangen uit de gemeentelijke belastingen. Daar ia de rek echter ook uit en dus zal het ten koste moeten gaan van de nieuwe investeringen. Het hiervóren aangegeven beeld van beleid zou desastreus zijn voor onze gemeente. Meneer de voorzitter, hoewel U wel aangeeft in Uw beleidsnota, in dit spanningsveld te verkeren, weten wij dat dit college de nodige creativiteit en inventiviteit heeft om deze spiraal te doorbreken. Als voorbeeld mag ik U wijzen op de loonpost van "openbare werken" die zelfs een dalende tendens te zien geeft. Belangstellend kijk ik ook uit naar het rapport over het formatieonderzoek" van het O.D.R.P. Wellicht geeft dit rapport de weg aan om vla reorganisatie in het ambtelijk apparaat tot enkele kostenbesparingen te komen. De gemeentelijke belastingen zijn de voorbije raadsvergaderingen voor het jaar 1980 aangepast met de trendmatige verhoging van 3,5&* Voor twee belastingen geldt echter een afwijkend percentage van verhoging, namelijk de onroerend goed- belastlng en de reinigingsrechten. Bij de begrotingsbehandeling in 1979 heb ik reeds gesteld dat de berekening van de onroerend goedbelasting over de economische waarde van het onroerend goed onjuist is. Het grote manco aan dit systeem is dat de economische waarde 1 keer per 5 jfl^r moet worden vasygesteld door erkende taxateurs. Een zeer dure en arbeidsintensiovo aangelegenheiddie in do praktijk reeds bewezen heeft, het volgende jaar volstrekt waardeloos te zijn omdat de wwarde van het onroerend goed zich nogal beweegt. Zo zal het mij niets verbazen dat bij een eventuele nieuwe taxatie de economische waarde twee maal zo hoog za^ liggen als bij de taxatie van vijf jaar geleden, op welke waarde de, heffing nu gebaseerd is. Nogmaals willen wij aandringen op een nieuw, eenvoudiger en goedkoper systeem.

Raadsnotulen

Oud en Nieuw Gastel: 1938-1980 | 1979 | | pagina 301