- 7 -
Namens het C.D.A. houdt de heer JANSEN de volgende algemene
beschouwing.
Mijnheer de voorzitter,
Als onderdeel van de algemene beschouwingen wil ik mij
speciaal richten op het onderdeel sport en recreatie.
Over het algemeen kan men constateren dot de voorzienin
gen op sportgebied in onze gemeente aan redelijke ei
sen voldoen. Toch moeten wij, mijnheer de voorzitter,
goed toezien op de redelijke wensen en verlangens van
!de vele verenigingen die in de takken van sport werk
zaam' zijn en die door bun vrijwillige en belangeloze
medewerking, meestal door bestuursfuncties to vervul
den, een belangrijk aandeel leveren in de nuttige vrije
tijdsbesteding van jeugd, volwassenen er oudaren.
Het is een belangrijk facet in onze dorpssamenleving
mijnheer d« voorzitter, en al zijn de bijdragen voor de
gemeente jaarlijks,een aanzienlijk bedr'g, daar staat
tegenover dat zij die de^sport beoefenen zelf toch vaak
een aanzienlijke financiële bijdrage moeten leveren om
hun sport te kunnen beoefenen.
Met redelijke wensen en verlangens bedoel ik, mijnheer
de voorzitter, dat do sportterreinen cn hun accanodati s
in goede conditie worden gehouden en waar nodig uit
breiding en aanpassing kan plaatsvinden. Het is een
verheugend teken, mijnheer do voorzitter, dat het kleed
lokaal van Korfbalvereniging Juliana thans cp de begro
ting staat omdat het huidige niet moer a m minimale
el3eü voldoet. Ik wil u vrn -en, zodra de begroting is
goed gekeurd dit zo spoedig mogelijk uit te laten voeren.
V/at de sportvelden betreft mijnheer de voorzitter, wilde
ik toch graag de speciale aandacht voor het herstel van
de velden na het seizoen. Tn de voorbije lan e w.-.nter
waardoor ook het wedstrijdseizoen later werd dan nor
maal, is een degelijk onderhoud niet voor 100k> kunnen
geschieden. Ken tijdige beluchting, kunstmest en
bezooiing op die plaatsen vaar de grasmat zo goed als
verdwenen is dienen tijdig te geschieden.
Een sport in onze? gemeente, mijnheer de voorzitter, die
toch ook als een nuttige vrijetijdsbesteding aangemerkt
mag worden en die reeds vele beoefenaars telt, is nog
3teeds niet van een oefenterrein mot accomodetiewoor-
zien, namelijk de ruitersport. Zij moeten neg steeds ven
het ene naar het andere terrein trekken otn hun soort te
beoefenen en aangezien reeds meerdere malen door het
bestuur van deze vereniging is aangedrongen op een derge
lijk terrein, zou ik hier met klem willen pleiten om
zo spoedig mogelijk een stuk grond in bezit te krijgen
waar ook deze gemeentenaren ontspanning kunnen v inden
en de mogelijk geboden kan worden om ook het: publiek
hiervan te laten gerieten.