- 9 -
is en of de huidige "bejaarde bewoonster de woning gaat verlaten.
De VOORZITTER bevestigt dit, doch de heer VAN GASTEREN merkt op, dat de
koper wel gaat trouwen doch niet getrouwd is met de dochter van de be
woonster.
De heer VAN GASTEREN wil voorkomen, dat mensen van buiten de gemeente
woningen gaan kopen in de gemeente.
Op de desbetreffende vraag van de heer VAN GASTEREN antwoordt de VOOR
ZITTER dat de gemeente de betreffende grond niet meer nodig heeft voor de
realisering van het bestemmingsplan "Westakkeren"daar dit gebied te kort
bij de rondweg is gelegen.
De heer VAN GASTEREN mist in de voorwaarden het anti-speculatiebeding en
de mogelijkheid van terugkoop door de gemeente.
Mevrouw HENDRICKX memoreert dat geen bepaling is opgenomen, dat de woning
eerst na 10 jaar bewoning mag worden verkocht.
Naar aanleiding van een discussie omtrent de waarde van de woning, verge
leken met de waardebepaling bij verkoop van woningwetwoningen, zegt de
VOORZITTER toe, op uitdrukkelijke vraag van de heer VAN GASTEREN, dat in
het vervolg het anti-speculatiebeding zal worden opgenomen, alsmede terug
koopmogelijkheid door gemeente.
De algemene voorwaarden kunnen dan herzien worden.
De heer MARCELISSEN wenst de bepaling van 10 jaar bewonen alsnog op te
nemen. Dit is een voorstel en wordt door de gehele Daad zonder hoofdelijke
stemming overgenomen.
Rekening houdend met dit laatste voorstel wordt het voorstel van burgemees
ter en wethouders zonder hoofdelijke stemming met algemene stemmen aangenomen.
6. Wijziging "Verordening, regelende de samenstelling en bevoegdheden
van de commissie voor Algemeen Welzijn" en wijziging "Verordening,
regelende de samenstelling en bevoegdheden van de commissie Open
bare werken" in verband met openbaarheid van de commissievergade
ringen (classificatienr.-2.07.9151
(preadvies nr.: 79.005)
In het preadvies worden voor- en nadelen van openbaarheid genoemd.
De heer VAN DUIJVENBODE vindt alleen van de nadelen het derde bezwaar
juist (bladzijde 3)« De daarvoor genoemde zijn volgens spreker niet van
belang.
De heer VAN BEEK ziet in artikel 9 en 10 tegenstrijdige foDDmuleringen.
In artikel 9 staat dat burgemeester en wethouders bepalen dat een ver
gadering besloten moet zijn. Het laatste lid van artikel 10 kan over al
dan niet openbaarheid gestemd worden. Geldt dit ook voor een door burge
meester en wethouders voorgeschreven besloten vergadering.
De VOORZITTER licht toe, dat artikel 10 bedoeld is om de commissie de
mogelijkheid te geven om een in principe - door burgemeester en wethouders
niet tot besloten vergadering aangegeven - openbare vergadering toch be
sloten te doen zijn.
De reden is dezelfde als aangegeven in artikel 9» t:.w. indien publieke
of persoonlijke belangen door openbaarheid zouden kunnen worden geschaad.
De voorzitter (van de commissie) stelt het besloten vergaderen voor;
de commissie beslist. Als hier de stemmen staken over de niet-openbaar
heid, beslist de voorzitter (van de commissie).
Een door burgemeester en wethouders besloten verklaarde vergadering van
de commissie kan nimmer openbaar zijn.
De heer VAN BEEK zou in de foD?mulering meer duidelijkheid willen zien.
Hoewel de redactie juist is, kan worden nagegaan of de redactie zodanig
kan zijn, dat geen enkel misverstand mogelijk zal zijn.
De heer MOERINGS constateert dat de voorliggende wijziging van de onder
scheidene verordeningen een definitieve openbaarheid van de commissie
vergaderingen betekent, terwijl is afgesproken dat eerst een proef genomen
zou worden.