3 -
Volgens het Reglement van Orde van de gemeenteraad wordt allereerst
het onderzoek van de geloofsbrief van het benoemd verklaard lid van de
gemeenteraad, de heer P.G. Doornen, aan de orde gesteld. Dit in verband
met het voorzien in de vacature, ontstaan door ontslagname van mevrouw
M.J, Akkermans, geb, Zandvliet als lid van de gemeenteraad.
Met instemming van de raad wordt door de VOORZITTER een commissie be
noemd tot onderzoek van de geloofsbrief, welke commissie gevormd wordt
door drie leden, te weten mevrouw Hendrickx-Goorden en de heren Van
Djiyvenbode en Oomen,
De VOORZITTER overhandigt de nodige bescheiden aan de commissie, welke
zich afzondert om de geloofsbrief te onderzoeken. De commissie wordt
bijgestaan door de secretaris.
De VOORZITTER schorst de vergadering gedurende het onderzoek van de com
missie.
Na de terugkeer van de commissie in de vergadering heropent de VOORZITTER
de vergadering en verzoekt de commissie verslag uit te brengen van het
onderzoek van de geloofsbrief.
Namens de commissie doet mevrouw HENDRICKX als rapporteur verslag van
het onderzoek. De commissie heeft de geloofsbrief met bescheiden in
orde bevonden.
De VOORZITTER verzoekt de raad hierna te besluiten de geloofsbrief akkoord
te verklaren en te besluiten tot toelating van het nieuw benoemde lid van
de gemeenteraad, te weten de heer P.G, Doornen,
De voorstellen van de voorzitter worden zonder hoofdelijke stemming met
algemene stemmen aanvaard.
3o Vaststelling van de notulen van de openbare raadsvergadering, gehou
den op 27 decembe'r'~l"978 c las"sTf~icat 1 enrYsT -2,07,^1.)
De heer VAN BEEK merkt op de verwisseling van cijfers op bladzyde 37 s
In de tweede regel onder volgno. 172 mo«wfc "thans 275 leerlingen" zijns
"thans 725 leerlingen".
Op dezelfde pagina in de laatste regel onder volgno. 368 moet "van
50,— naar 100,—" zyns "van 50,— naar 200,—",
Op bladzijde 41 onder agendapunt 7 heeft de heer VAN BEEK de volgende op
merking 2
In het begin is opgenomen dat de heer Van Beek toch de 3z>% norm van de
regering voorstelt, terwyl verderop in het verslag (bladzijde 42) staat
dat het voorstel van de heer Van Gasteren om met 3is% te verhogen alleen
door de heer Van Beek wordt gesteund. Spreker vindt het tegenstrijdig
met hetgeen is genotuleerd.
Op bladzijde 44 merkt de heer VAN BEEK op, dat de strekking van de zin,
beginnende op de zesde regel van boven, moet zyns "De VOORZITTER wijst
op het gevaar van koppelen van belasting aan investeringen in het algemeen"
Dus niet "met name te noemen investeringen".
De heer JANSEN vermeldt, dat er een boekwerk voorligt, waarvan de helft
van de heer Van Gasteren is.
Op de desbetreffende vraag van de VOORZITTER of de heer JANSEN aanmerkingen
heeft op de tekst van de notulen, antwoordt de heer JANSEN ontkennend.
De VOORZITTER geeft de heer Jansen gelegenheid iets te zeggen naar aan
leiding van de notulen.
De heer JANSEN heeft bezwaren tegen de uitingen van de heer Van Gasteren
en uit zich verder als volgt.
Kijk, allereerst vindt ik dat de heer van Gasteren op zijn manier er misbruik
van heeft gemaakt, nu er geen burgemeester is, om het college van burgemees
ter en wethouders, dat eigenlijk amper een maand na het vertrek van burge
meester Andriessen, de zware taak moet opvangen, zo te beschuldigen.
Van Gasteren beschuldigt burgemeester en wethouders dat ze geen openheid
geven, niet serieus handelen en zelfs ook nog gemakzucht.
Mynheer de voorzitter, ik vind het een brutaliteit dat zo iemand als Van