- 16 - toen van het toenmalige college zo'n voorstel kwam, toeschreef aan de inzet, het doortastend optreden en het rechtvaardig heidsgevoel van de toenmalige voorzitter van het college. Burgemeester Andriessen. Burgemeester Andriessen die alle vormen van onderwijs, bijzonder, buitengewoon of openbaar, een goed hart toedroeg. Een man die daar zyn nek ook voor wilde uitsteken. Iemand die het openbaar onderwijs ook een eerlijke en verdiende kans wilde geven. Dit college - in deze samenstelling - zo leek het vorige maand nog, wilde het openbaar onderwijs ook een verdiende kans geven. Vorige maand nog, kwam dit college met een voorstel aan de raad, waarin voorgesteld werd, de openbare basisschool als zijnde in bijzondere omstandigheden te verklaren. Dit in verband met het gering aantal leerlingen. Het leek het college toen nog redelijk, dat de openbare basisschool met toepassing van artikel 55<iuater bij de vaststelling van het bedrag per leerling buiten beschouwing werd gelaten, (zie vorig preadvies). Al eerder kwam dit voornemen van het college tot uiting in de concept-begroting over het dienstjaar 1980. Op een vraag van de heer Sweere - de vorige raadsvergadering - over een onverklaarbaar verschil van 50 guldens (waar het college geen direkt antwoord op zei te weten)werd door het college het gehele voorstel teruggenomen. Ongevraagd. Nu, één maand later. Het college komt nu met een geheel ander voorstel. Een draai van 180 graden. De openbare school blijkt ineens niet meer in bijzondere omstandigheden te verkeren. Ook nu schrijft het college, dat - wat het openbaar onderwijs betreft geen kostengegevens bekend zyn en derhalve een nauwkeurige kosten raming voor het komende dienstjaar niet mogelijk is. Ook het aantal leerlingen is niet "plotseling" hoger. Vorig jaar was dat voor het toenmalige college wél reden om de raad voor te stellen, de openbare basisschool in bijzondere om standigheden te verklaren. Ondanks het feit, zoals het college zélf ook beweert in het preadvies, dat een kostenraming van de openbare basisschool niet mogelyk is, komt zy toch met een kostenraming. Een raming die "geheel toevallig" uitkomt op het bedrag per leerling dat men de vorige maand aan de raad voorstelde t.b.v. het bijzonder onderwijs. Natuurlijk is er nu alle reden om levensgrote vraagtekens te zetten by deze kostenraming. Het college stelt in feite ook, dat de openbare basisschool nog steeds in een aanloopfase verkeert. Het college, de gemeenteraad én het Ministerie van Onderwijs vonden vorig jaar dat de openbare basisschool in bijzondere omstandigheden verkeerde. Zonder dat dit toen door het gemeentebestuur aannemelijk was gemaakt of aangetoond. Ook nu, zijn naar myn opvatting, de omstandigheden vrijwel gelijk aan die van het vorig jaar. Het college heeft op geen enkele wijze aangegeven, laat staan aangetoond, dat de bijzondere omstandigheden thans niet meer aanwezig zijn. Integendeel zelfs. Het college geeft in feite te kennen, dat er nog alle reden is om wél tot toepassing over te gaan van artikel 55(luater van de Lager-onderwijs wet

Raadsnotulen

Oud en Nieuw Gastel: 1938-1980 | 1979 | | pagina 262