- 14 - De heer VAN BEEK zegt, dat er suggesties zijn gewekt en zolang dit zo is, moet in het kader van de rechtsgelijkheid aan iedereen recht worden gedaan. Daarom is spreker tegen het voorstel van het college. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. De heer VAN BEEK wordt geacht te hebben tegengestemd. 13Vaststelling vergoedingsbedrag per leerling voor het openbaar gewoon lager onderwijs voor het .jaar 1980 ingevolge artikel 5 5bis van de Lager-onderwijswet 1920 classificatienr-1.851.2.07.2) ["preadvies nr.: 79.13*0 De heer VAN BEEK heeft in de vorige vergadering informatie gevraagd met betrekking tot de begroting van het schoolbestuur. Uit de verkregen inlichtingen is gebleken, dat men in die begrotingen in kan zetten, wat men wil. Het uitgangspunt is datgene, wat voor de openbare school wordt uitgetrokken. Spreker dacht, dat alleen bezwaren konden worden aangetekend tegen het feit dat bedragen worden opgenomen in de begroting van een bijzondere school. Dit was de vraag van spreker in de vorige vergadering. In het voorliggende preadvies is daarop geen antwoord gegeven. Gesteld is dat de zaak nuchter moet worden bekeken. Naar aanleiding van de opmerkingen van spreker en een betoog van de heer Sweere heeft het college het voorstel teruggenomen, om de zaak opnieuw te bezien. De heer VAN BEEK vindt het een in- en in-trieste zaak, dat verstand en emoties tegen elkaar worden afgewogen, gezien de reacties op de ommezwaai. Het idee is er, halleluja, we hebben gewonnen! Het lijkt of er een vechtpartij aan de gang is. Het college zou binnen veertien dagen een antwoord geven. Dit is niet gebeurd. Spreker vraagt waarom dit niet binnen veertien heeft kunnen plaatsvinden. Kennelijk bevindt de Linde zich nog in een aanloopsituatie, waar kosten op langere termijn nog ont breken. Spreker vraagt zich af waarom het college deze twijfel achtige punten nog in het preadvies opneemt. Spreker vraagt wat exact het nadeel is van de toepassing van artikel 55(luater. Nu wordt net gedaan, of de openbare school er misbruik van zou kunnen maken, wat spreker helemaal niet zit zitten. Spreker vindt het aantal leerlingen van 70 de uiterste grens. Hij vindt dat dit aantal moet liggen tussen de 60 en 7°. Uitgaande van 65 leerlingen komt men op het bedrag per leerling van 423,--» Spreker gaat ervan uit, dat de ambtenaren op de vingers getikt zijn en nu de juiste cijfers gepresenteerd hebben. Het is een bedrag van 30,-- per leerling meer. Uitgaande van 65 leerlingen kan de bijzondere school 30,-- per leerling méér vragen, zij kunnen het zelfs eisen. Voorts kunnen de bijzondere scholen het bedrag per leerling beïnvloeden door het huurbedrag voor gymnas tieklokalen. De heer VAN DUIJVENBODE zet zich af tegen een krantenbericht, waarin staat, dat de vergoeding per leerling is verlaagd. De kosten van administratie komen hier nog bij namelijk. Dan komt het bedrag ook op 428,--. Dit bedrag is precies hetzelfde als dat wat voor de bijzondere scholen zou worden vastgesteld. Mevrouw HENDRICKX vraagt of het bedrag van de administratiekosten eveneens bij het bedrag artikel 55quater moet worden vermeld.

Raadsnotulen

Oud en Nieuw Gastel: 1938-1980 | 1979 | | pagina 260