- 13 -
dat als er toezeggingen zijn, dat deze ook gestand gedaan
moeten worden. Spreker vindt ook, dat als in principe toe
zegging is gedaan, dat het college wél bereid is geweest
om een bouwvergunning af te geven, zo dit mogelyk is.
De heer VAN GASTEREN vindt het overigens wel vreemd, dat op
26 juli 1978 een voorbereidingsbesluit is genomen en nadien
is dit voorbereidingsbesluit niet meer verlengd. Spreker
vraagt hier een verklaring voor. Spreker vraagt verder een
bevestiging, dat de Provinciale Planologische Commissie niet
akkoord zal gaan met het plan en dat er bezwaren zouden komen
van waterschap Heerjansland
De VOORZITTER wyst op het preadvies, blz. 2, waar dus staat,
dat de Provinciale Planologische Commissie niet mee zal gaan
met het voorliggende plan. In verband daarmede ook, is het
voorbereidingsbesluit niet verlengd.
De heer VAN GASTEREN wijst er nog op, dat er meer toezeggingen
zyn gedaan "in principe", wijzend op een plan in het Bremswegje.
Liggen deze gevallen niet in hetzelfde vlak? En zo ja, dan is
er een stuk rechtsongelijkheid.
De heer VAN BEEK komt terug op het gezegde van de voorzitter;
aap, wat heb je een mooie jongen. Uit de stukken blijkt;
26 juli 1978 een voorbereidingsbesluit genomen op grond van
gegevens van 29 september 1976, heeft de P.P.C. bezwaar aan
getekend, gedeputeerde staten hebben op 12 juli 1978 bericht,
dat in beginsel geen bezwaar bestaat tegen het verlenen van
een gevraagde ontheffing van het Provinciaal Wegenreglement.
Dit duidt op opgewekte verwachtingen. Deze zullen gehonoreerd
moeten worden. Gedeputeerde staten wekken óók de suggestie op
van het kunnen bouwen. De gemeente haalt ook een argument aan,
dat het kopen onder ontbindende voorwaarden een bepaalde
betekenis zou hebben om geen vergunning behoeven te verlenen.
Dit vindt spreker een bijzonder zwak argument.
De VOORZITTER wyst er op, dat gedeputeerde staten weliswaar
op een latere datum, namelijk 12 juli 1978 hebben bericht geen
bezwaar te hebben tegen de ontheffing op grond van het Provin
ciaal Wegenreglement, doch het goedkeuren van een ontheffing
op grond van het Provinciaal Wegenreglement houdt niet in,
dat een bouwvergunning kan worden verleend. Het komt bijvoor
beeld ook voor, dat iemand wel een bouwvergunning krygt en
geen hinderwetvergunning. Toegegeven is, dat dit voor een
leek erg moeilijk is.
De heer VAN DUIJVENBODE merkt hierby op,dat hy voor het voorstel
van burgemeester en wethouders zal stemmen, doch mócht er een
brief boven water komen, als door hem al eerder genoemd, dat hij
dan zyn stem zal herroepen»
De heer VAN GASTEREN zegt, ondanks dat hij de mening is toegedaan,
dat gewekte verwachtingen moeten worden gehonoreerd, dat betrok
kene ten tyde dat die principiële toezegging werd uitgesproken,
dicht by het vuur zat. Dit is voor spreker de reden, waarom hy
nu tegen moet stemmen.
De VOORZITTER zegt, dat dit laatste niet aan de orde is.
De heer VAN GASTEREN merkt op, dat dit in het preadvies is
vermeld. Dan had het college deze zinsnede uit het preadvies
moeten laten.
De heer VAN GASTEREN vraagt de voorzitter daarom zijn woorden
terug te trekken, hetwelk de VOORZITTER doet.
