- 3 -
de verhogingen meer dan 10$ zijn, terwijl het maar 3^$ mag zijn.
Deze grove verhogingen van meer dan 10$ brengen teweeg, dat
de onroerend—goedbelasting moet worden verhoogd. De onroerend—
goedbe las ting zit niet in de prijsindex. Op deze wijze worden
de ouden van dagen en de minimum-loners eigenlijk geconfronteerd
met een loonsverlaging. Spreker verzoekt burgemeester en wet
houders uitdrukkelijk om bij de gemeenschappelijke regelingen de
verhogingen nauwlettend in het oog te houden.
Naar aanleiding van punt "f" vraagt de heer JANSEN hoe de
subsidiëring is van de sportverenigingen.
Wethouder VAN MERRiENBOER antwoordt hierop, dat in de subsidie
verordening geregeld is de opleiding van kader voor sportvereni
gingen. Het voorliggend schrijven betreft een analoge situatie
waarvoor ook de provincie een pot heeft. In het college is
besloten om een copie van het schrijven toe te sturen aan alle
sportverenigingen, in de hoop dat zij ook van de regeling gebruik
zullen maken. De gemeente gaat niet verder als de regeling, zoals
die in de nieuwe subsidieverordening staat. Wethouder VAN MERRIEN
BOER zegt nog, dat de provincie ook subsidie geeft.
Met betrekking tot punt "h" is de VOORZITTER het met de heer
VAN BEEK eens, dat de goedkeuring van de 37e begrotingswijziging
1977 erg laat is. Het is bezwaarlijk om lange tijd nadat het
betreffende jaar 1977 is verstreken nog over het beleid te praten
In het bedrijfsleven wil men ook tijdig de resultaten zien.
De onderhavige wijziging betreft de slotwjjziging van het dienst
jaar 1977.
De heer VAN DUIJVENBODE zegt naar aanleiding van punt "i", dat
over 1976 ten behoeve van de Districts-Gezondheidsdienst nog
bijbetaald moet worden 46.625,96. Dit is mede een gevolg van
een andere verdeelssleutel namelijk van per leerling naar per
inwoner.
De VOORZITTER zegt toe nader te onderzoeken of dit alsnog ge
raamd moet worden. De afdeling financiën zal dit nagaan.
Bij de begrotingsbehandeling zal wethouder Van Merrienboer
hierop terugkomen.
Met betrekking tot punt "j" merkt de heer VAN BEEK op, dat
het college niet juist heeft gehandeld. Er is een puntensysteem
en de grond waar de heer Van Wemmenhove op wil bouwen, komt
straks bij het andere agendapunt in de raad om te verkopen.
De heer VAN BEEK memoreert dat het puntensysteem wijziging zou
ondergaan, dat is in de raad besloten, doch deze wijzigingen
heeft spreker nog niet gezien.
Spreker vindt dat een stuk willekeur om de hoek komt kijken.
Spreker stelt voor alsnog in overweging te nemen, te bezien
of de heer Van Wemmenhove in aanmerking komt voor de betreffende
bouwkavel in Stampersgat. Voor de huidige woning kan de voor
waarde worden gesteld, zoals te doen gebruikelijk is in verband
met de verkoop aan een inwoner. Van de ambtenaren heeft de heer
VAN BEEK vernomen, dat het puntensysteem hier niet van toepassing
is. Spreker vraagt zich af of de ambtenaar dit kan bepalen. De
raad heeft toch een puntensysteem ingevoerd.
De VOORZITTER licht toe, dat de heer Van Wemmenhove een huis in
Stampersgat heeft gehad en verkocht, toen grond heeft gekocht in
Oud Gastel en nu weer terug wil naar Stampersgat.