- 13 -
Mede namens het C.D.A. verzoekt spreker enkele aanvullingen
te willen aanbrengen. Overal waar in de verordening staats
een bijdrage van 30# van het salaris van de instructeur-dirigent,
dat hier een maximum bedrag wordt genoemd van 2.500»-"*
Artikel 14 ware aan te vullen, dat de subsidie wordt gegeven
van 15,-- voor een werkend lid dat een instrument bespeelt,
met name bijvoorbeeld voor Con Brio, welke met dure instrumenten
werkt, is geen enkel bedrag opgenomen om de dure kosten van de
instrumenten te dekken. Con Brio gaat 325»—" achteruit.
In de vorige vergadering is gezegd, dat deze vereniging een
reserve zou moeten kweken. Spreker vergelijkt het met subsidie
voor de drumband, waar 30,-- per werkend lid wordt gegeven.
Met betrekking tot de artikelen 16, 18 en 19» waar gesproken
wordt over een bijdrage van 50# in de kosten van de leiders-
vorming, wil de heer VAN DUIJVENBODE het eveneens koppelen
aan een maximum van 2.500,--.
Wethouder VAN MERRIENBOER heeft er geen moeite mee om de kosten
van dirigent en leidersvorming te binden aan een maximum van
2.500,--.
Op verzoek licht de heel* MATTHIJSSEN toe, dat er nógal veel
leden bij Con Brio zijn, die vallen onder de jeugdleden.
Zodoende krijgen deze al 12,-- per lid.
Ook de heer VAN GASTEREN heeft de complimenten vöor de verorde
ning, welke nu op tafel ligt; op de eerste plaats aan het college
en indirect aan de ambtenaren.
De heer VAN GASTEREN stelt, dat deze verordening niet een alles
omvattende verordening is. Verder stelt spreker, dat hij in de
verordening een democratiseringsbeginsel mist. Spieker mxst in
de verordening, dat er bij de besturen van de onderscheidene ver
enigingen een verscheidenheid aanwezig is.
De heer VAN GASTEREN maakt de opmerkingen ten aanzien van deze
verordening bij de volgende artikelen.
Artikel 1in lid 2 wordt vermeld dat onder verenigingen worden
verstaan: "stichtingen". Een stichting heeft geen leden en de
verordening spreekt over leden. Dit is niet juist. Een stichting
heeft namelijk wettelijk geen leden. De vereniging is de enige
vorm, waardoor een democratisch bestuur komt. Daarom wil spreker
het woord stichtingen schrappen in de verordening.
Met betrekking tot artikel 2, lid 1, sub e wenst spreker dat
in de verordening wordt opgenomen dat de functies van secretaris
en penningmeester gescheiden moeten zijn.
Ten aanzien van sub f zegt de heer VAN GASTEREN dat het minimum
contributie geheven moet worden. Van verenigingen wordt gesteld,
dat zij een inkomstencontributie moeten opnemen. Stichtingen
hebben geen inkomsten wegens contributie.
Spreker wil sub h aanvullen met politieke gezindheid.
In artikel 3, onder lid 2, sub d wordt alleen maar naar de recht
matigheid gekeken, niet naar de doelmatigheid. Spreker vindt
dat ook de doelmatigheid van de verenigingen in het oog moet
worden gehouden.
De heer VAN GASTEREN wenst ook een overlegging van de aktiviteiten.
Tenslotte vraagt de heer VAN GASTEREN wanneer het sociaal—cultureel
en educatief plan kan worden tegemoetgezien. De voorliggende
subsidieverordening kost de gemeente 15*000,-- meer, zolang
het welzjjnsplan er niet is.