2 -
De heer VAN GASTEREN merkt m.b.t. de begroting van "Het Veerhuis"
(punt "d") op dat de raad by afzonderlijk preadvies alsnog in de
gelegenheid moet worden gesteld om de cijfers wederom te bekijken.
De heer VAN DUIJVENBODE vraagt om een commissie van onderzoek
inzake het rendabel kunnen functioneren van een sporthal aan
dit ontmoetingscentrum.
De VOORZITTER zegt dat de begroting in de commissie Algemeen
Welzijn komt.
De heer VAN BEEK merkt op, dat de verslagen van de commissies
niet bij de ingekomen stukken zyn gevoegd.
De VOORZITTER is het helemaal met de heer Van Beek eens.
Dit klopt niet. Het college zal zorgen dat het de volgende keer
in orde is.
De heer VAN GASTEREN vraagt met betrekking tot de garantie
onder punt "c" informatie.
De SECRETARIS zegt, dat gemeentegaranties voor bestaande
woningen door de raad gedelegeerd zyn aan burgemeester en
wethouders en voornoemd college van burgemeester en wethouders
moet achteraf aan de raad mededeling doen van de garanties,
die zy verleend heeft voor bestaande woningen. Het betreft hier
een bestaande woning.
Zonder hoofdelijke stemming worden de ingekomen stukken met
algemene stemmen overeenkomstig het voorstel van burgemeester
en wethouders voor kennisgeving aangenomen.
kVerordening Hondenbelasting classificatienr-1.71^.38)
(preadvies nr.: 79.105)
De heer VAN GASTEREN zegt dat de hondenbelasting in deze gemeen
te een omstreden belasting is, vooral bij de Werkgroep. Nu wordt
deze hondenbelasting verhoogd. Is dat een soort afbouw of komt
daar niets van terecht?
De VOORZITTER antwoordt dat op dit moment de belasting verhoogd
moet worden en over de afbouw, daar is in het college geen
beslissing over genomen.
Mevrouw HENDRICKX is duidelyk tegen de hondenbelasting, toch
zeker tegen de verhoging. Spreekster vindt het nog steeds een
discriminerende zaak. Bij het opgeven van een hond wordt door
de gemeente bij iedereen een aangiftebiljet in de bus gestopt,
het is overbodig om al die mensen, die geen hond hebben, dat
aangiftebiljet te verstrekken. Spreekster vindt, dat als iemand
(dat staat dus duidelyk in de verordening) een hond heeft, die
dan ook aan moet geven binnen 3 maanden.
De VOORZITTER zegt dat het wel gebruikelijk is, zoals het in de
verordening staat. By onjuiste aangifte is men strafbaar.
Mevrouw HENDRICKX heeft daar bezwaren tegen, dat dat op die
manier gaat. Ook moet goed aandacht besteed worden dat er
hondentoiletten van gezet worden en die zyn er ook nog niet.
Spreekster vindt dat het discriminerend is en dat die zaak op
nieuw goed bekeken moet worden.
De VOORZITTER zegt toe dat het college hier nota van zal nemen.
Op de desbetreffende vraag van de heer MOERINGS zegt de VOOR
ZITTER dat meer contröle moet worden uitgeoefend op de aanwezig
heid van honden.
De heer VAN DUIJVENBODE vindt, dat de gemeente spoedig iets moet
doen aan de hondentoiletten.