- 15
dit in de stemming terug te vinden, dat er C.D.A.-leden zijn,
die éék dat idee hebben, nou laten ze dan de politieke moed
eens opbrengen om dat op tafel te brengen en laat men vanaf
dit moment dan eens proberen als raad over bepaalde dingen te
gaan praten en niet meer als fractie, die het van tevoren uit
maken. Spreker vindt dat zeker de karnavalsstichting onwaardig
om op deze manier over dit soort zaken te praten. De wethouder
kan zich toch wel achter een garantstelling tot 1.500,--
scharen (maar niet erover). Het is: of wél garantie, of géén
garantie. Spreker begint zo zoetjes aan te merken dat er steeds
meer mensen komen, die dit idee willen steunen, alleen het bedrag
zou veranderd moeten worden. Spreker zegt dan: raad, beraad je
daar eens over. Moet dat inderdaad 1.500,zijn, moet dat
2.000,—— of moet het het voorstel van de heer Van Gasteren
2.5OO,-- zyn. Daar wil spreker zich niet over uitlaten, het
gaat spreker om het principe, dat de gemeente geld kan besparen
door een garantstelling. Met de garantstelling steunt men de
stichting, die vrijuit aktiviteiten kan verrichten.
Wethouder VAN MERRIENBOER antwoordt dat ten aanzien van de heer
Van Gasteren, de heer Van Duijvenbode al antwoord heeft gegeven.
Spreker vindt het toch weer een andere aangelegenheid als er
een éénmalig subsidie wordt gegeven, een garantiesubsidie, of
wanneer dit een subsidie betreft voor een feest, wat dus ieder
jaar terugkeert. Deze gemeente doet dat dus, wat dat betreft
een toepassing van een garantiesubsidie komt bijna niet voor, alleen
bjj een éénmalige aangelegenheid. Ten aanzien van de vereniging in
het algemeen wordt een jaarlijks subsidie toegekend (n.a.v. de
vragen van de heer Van Duijvenbode). Spreker dacht dat men er
gewoon van uitgaat, dat elke vereniging, die van de gemeente
subsidie ontvangt, daar rekening en verantwoording voor afleggen
en dat zal ook aan de karnavalsstichting worden gevraagd, maar
ten aanzien van de bedragen van de begroting: een begroting blyft
natuuriyk altyd een begroting.
De heer VAN DUIJVENBODE merkt op dat dit geen begroting is.
Wethouder VAN MERRIENBOER zegt ten aanzien van de vraag van de
heer Van Beek: een subsidie of een garantiesubsidie, dat hij
neigt tot een subsidie, zoals men dus ook by andere verenigingen
toepast, omdat het dus een jaarlyks terugkerende aangelegenheid
is
De VOORZITTER stelt het amendement van de heer Van Gasteren,
gesteund door de heren Van Beek en Doornen, aan de orde.
Voornoemd amendement wordt in stemming gebracht.
Thans stemmen bij hoofdelyke oproep:
véor het amendement: de heren Van Beek, Doornen en Van Gasteren,
alzo 3 stemmen véér;
tegen het amendement: mevrouw Hendrickx en de heren Van Duijven
bode, Ernest, Gelyns, Jansen, Marcelissen, Van Merrienboer,
Moerings, Oomen en Sweere, alzo 10 stemmen tegen, zodat het
amendement van de heer Van Gasteren met 10 tegen 3 stemmen is
verworpen.
Vervolgens wordt het voorstel van het college van burgemeester
en wethouders door de VOORZITTER aan de orde gesteld.
De heer VAN GASTEREN wenst hoofdelyke stemming. Dit wordt niet
gesteund
Zonder hoofdelyke stemming wordt overeen
komstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
De heer VAN GASTEREN wordt geacht te hebben tegengestemd.