- 44 - Over wat dan precies die gezinssamenstelling wordt. Ik heb daar op dit moment wat moeite mee. Ik zou er bes in de toekomst eens over na willen denken, maar ik ben toch bang. Ik zie toch wel een beetje muizenissen. We gaan op dit moment toch even uit van de gangbare orde, dat praten over een gezin: man, vrouw en kinderen. Ik geef toe, dat er natuurlijk ook andere omstandigheden te bedenken zijn, maar ik zou zover op dit moment niet willen gaan, want ik denk dat. we dan een hele lange discussie krijgen. Ik wil dit liever als suggestie meenemen. We zullen dit toch een keer moeten aanpassen en herzien. Op dit moment zou ik dit toch liever niet meenemen. Mevrouw HENDRICKX haakt hierop in: Maar ik dacht dus vooral, ook in die vormen, maar een man, vrouw, moeder of een oma, zoals u het noemen wilt, inwonend, dus een familielid. Dus een aantal personen. De VOORZITTER zegt dat een oma natuurlijk wel meegeteld wor evenals een schoonmoeder De heer VAN BEEK heeft nog de volgende opmerkingen: Onder "f" vind ik dat de stimuleringskracht van mensen met eigen woningen erg gering is. Ik geloof dat daar nog wat meer aandacht aan besteed zou moeten worden. Mensen met een eigen woning moeten meer punten krijgen om doorstroming te kunnen verkrijgen in de gemeente. Die krijgen maar erg weinig puntjes, vind ik. peci ie huurwoningen. De mensen die in huurwoningen zitten zoveel mogelijk stimuleren om een eigen woning te gaan bouwen. A s je daar extra punten aan geeft, dan komt er weer een huurwoning De ^VOORZITTER vindt dit niet zo'n gekke suggestie. Die door stroming moet je met alle kracht bevorderen. De heer VAN BEEK vindt dat men daar wel extra waarde aan moet geven. Spreker wwadit nu zo uit de losse mouw geen uitspraak. Spreker gelooft dat het college inderdaad verstandig genoeg is, om dat mee te nemen in het geheel. De VOORZITTER vraagt of de heer Van Beek het ermee eens kan zijn, dat het college over punt "f", bij die kolom van 8, 4 en 2 punten nog eens nadenkt en de voor- en nadelen nog eens overwegen. Spreker vraagt of het college enige speling daar voor krygt. De heer VAN BEEK: Ik weet wat u denkt, als je van 8 naar 12 punten gaat en zo gaat afbouwen, dan zit je een stukje beter in de koers, lykt my. De VOORZITTER: Uw suggestie is te beginnen by 12. Mogen we Dan wat^punt "g" betreft over het totaal. Dat hebben we bekeken. Daar zyn we het over eens. De vraag wat gebeurt er met de lopende zaken. Ik denk dat we gewoon de eerste de beste, waar je nou grond aan gaat verkopen, dat je die natuurlyk wel moet meenemen. Dat lykt me wel. De heer VAN BEEK zegt hierop: „OD.+ Best, maar ik wou even weten waar die grens ligt. Als u zegt: nu wordt het goedgekeurd, morgen is het van kracht, *e®^£00r* Nog een vraag: Is het niet in tegenspraak met verkoop bouw grond?

Raadsnotulen

Oud en Nieuw Gastel: 1938-1980 | 1979 | | pagina 178