- ko - 17. Vaststelling Algemene Verkoopvoorwaarden, punten systeem bii toewijzing bouwgrond t.b.v. particuliere woningbouw en uitgifte regeling bouwgrond en uit- vnfiring bouwwerken classificatienr-2.0735112 0(preadvies nr.: 79.091) De heer VAN GASTEREN brengt het volgende ter berde: Ja, mynheer de voorzitter, allereerst myn waardering voor de totstandkoming van dit concept. Ik weet dat het in deze huidige situatie erg moeilijk is geweest. De personeelsproblemen op de secretarie zyn waarlijk niet klein, denk ik. Nogmaals, ik vind het erg fyn dat dit tot stand gekomen is. Volgens de huidige verkoopvoorwaarden staat er op de tweede bladzijde: kan de eigendomsoverdracht van het bouwterrein eerst plaats vinden, nadat de bouw is gevorderd tot de begane vloer. Nu wordt door het college gezegd, dat zo'n bepaling onnodig is. Mijn eerste vraag is: mag ik weten waarom destijds deze bepaling nodig was? Het verbod tot vervreemding, mynheer de voorzitter. Het college wil een publiekrechtelijke regeling afwachten, dat betekent dat de gemeente afwacht tot van over heidswege zo'n regeling wordt opgezet. Op zichzelf heb ik er geen bezwaar tegen, dat het vervreemdingsverbod voorlopig als bijzondere voorwaarde van toepassing wordt verklaard, mits deze clausule voor iedere grondtransactie van toepassing is. Myn vraag is; Geldt deze bijzondere voorwaarde voor iedere transactie? Ik kan de opvatting die het college huldigt ten aanzien van de tijdsduur van het op te leggen vervreemdingsverbodnamelijk men vindt dat dit geen 10, maar 5 j&ar moet zijn, niet onder schrijven. Het college vindt het verbod gedurende 10 jaar minder gewenst, zo zegt men, omdat het eigendomsrecht daardoor te zeer beperkt wordt. Mag ik van het college weten, waarom wel een vervreemdingsverbod van 10 jaren aanyaardbaar is, als bepaling by de verkoop van een woningwetwoning. Dat is ook een eigendomsverhouding. Het is daar kennelijk niet zo aan de orde. Ik vind dan ook dat dat principe daar evengoed zou moeten gelden voor een woningwetwoning als voor bouwterreinen. Ik stel dan ook voor om deze tijdsduur van 10 jaar te handhaven en er geen 5 jaar van te maken. Indien in de kom van de gemeente bijvoorbeeld premiewoningen worden gebouwd door een aannemer, wordt de bouwgrond dan eerst verkocht aan de aannemer of wordt (zoals ik wenselijk acht) de grond direct van de gemeente aan de koper van de betreffende woning verkocht, dus met uitslui ting van aannemer. De voorwaarden zijn voor wat dat betreft, voor mij niet duidelijk. Mevrouw HENDRICKX kan zich hierbij aansluiten, wat betreft de 5 en 10 jaar. De heer VAN BEEK vindt het een goede zaak, dat dit nu van de grond gaat komen. Naar aanleiding van de eerste vraag van de heer Van Gasteren, vraagt de VOORZITTER op welke pagina hij dat gevonden heeft. De heer VAN GASTEREN zegt dat dit erg moeilijk te vinden is, het zijn tal van pagina's. De VOORZITTER geeft hierna het woord aan de SECRETARIS. De SECRETARIS zegt het volgende: Vroeger was men op het standpunt gekomen, dat wanneer men ging bouwen, dat men op een zo laat mogelijke termijn een

Raadsnotulen

Oud en Nieuw Gastel: 1938-1980 | 1979 | | pagina 174