- 25 - die toch gekomen zyn, die nog in huur zijn by de mensen en die eventueel willen kopen. Dan dacht ik dat daar een zeer redelijke prijs uit kon komen voor deze mensen die de woning al zo lang huren, en ook voor anderen van kortere datum. Wat de zuivere winst betreft, dat is duidelijk gesteld door de minister dat die moet worden aangewend voor andere woning- wetbouw en eventueel voor renovatie. Daar wordt door de minister sterk op aangedrongen en door de staatssecretaris, dat wanneer er eventuele tekorten zouden zijn voor nieuwe woningwetbouwdat dan de minister daar sterk in zou bijdragen om dat toch te kunnen realiseren voor de gelden die er binnen gekomen zijn. De heer VAN BEEK merkt op, dat de vraag: Wie stelt vast welke woningen kunnen worden verkocht, nog niet beantwoord is. Wethouder ERNEST antwoordt: Dat doet de gemeente straks. Wanneer deze beleidsnota goed gekeurd wordt,moeten de aanvragen aan de gemeente worden gericht. Dus de gemeente bepaalt aan de hand van gegevens, die men op moet geven, of die woning verkocht kan worden: ja of nee. Behoort die man tot de groep boven de inkomens grens, dan is het natuurlijk een duidelijke zaak. Dan behoef je daar niet verder over te debatteren dat die woning aan hem niet verkocht kan worden. De heer VAN BEEK zegt hierop het volgende: Dan zal ik met een voorbeeld duidelijk proberen te maken, wat ik bedoel. Er zijn 10 woningen dit jaar in aanbouw (ik mag aannemen dat ze dit jaar afgebouwd worden; volgens het pread vies kunnen er dan 10 woningen verkocht worden). Maar er zijn 20 aanvragen. Wie bepaalt welke woning dan verkocht gaat worden, want er moeten er 10 op de wachtlijst. Wethouder ERNEST: Zy, die zich daar het eerst voor gemeld hebben en die daar redelijkerwijs voor in aanmerking komen, natuurlijk. De heer VAN BEEK vervolgt: Dat is voor mij geen voldoende garantie. Zij, die zich het eerst gemeld hebben, daar heb ik al een hekel aan; er moet een stuk redelijkheid in zitten. Dus dat zou kunnen betekenen, dat iemand die in een 5 j^-ar oude woning woont (een 5 jaar oude woning, dan voldoet hy aan de eisen) meteen die woning zou kunnen kopen en iemand die er al 20 jaar in woont, maar 3 dagen later komt, komt niet aan de bak. Is het niet zinvol om daar tevoren, voordat je ja zegt tegen een procedure, iets op papier te krijgen. En wie is nou de gemeente? De VOORZITTER antwoordt hierop: Ik denk, dat dit in de praktijk natuurlijk niet voorkomt, die grote aantallen, tenzij wy straks uw amendement aan de orde stellen. In het ander geval zal het voorlopig zeker niet aan de orde komen. Maar wy willen dit met de woningstichting over leggen. Hoe dan? (het is theretisch, er komen 20 woningen en er zyn 30 aanvragen)Wie nou wel en wie nou niet. U heeft gelijk dat je daar natuurlijk in alle redelijkheid een systeem voor moet bedenken. Hierover is nog niet nagedacht. Dat wordt overlegd met de woningstichting. De heer VAN BEEK: Dus ook dat amendement wat ik zou willen indienen voldoet zo goed het moet aan deze vragen, omdat er een beperking in zit. Mynheer Ernest zegt: ik ben er tegen.

Raadsnotulen

Oud en Nieuw Gastel: 1938-1980 | 1979 | | pagina 159