De heer VAN GASTEREN houdt de volgende beschouwing: De nieuwe regeling die wordt voorgestaan, beoogt dat verkopen door het gemeentebestuur beter dan voorheen worden getoetst aan het plaatselijk volkshuisvestingsbelahg. De beleidsnota, die de woningstichting heeft doen uitgeven, laat evenals overigens in het preadvies van burgemeester en wethouders enkele lacunes zien. Wat ik mis, zowel in het preadvies als in de beleidsnota van de woningstichting is namelijk de financiële consequenties die er z\jn indien aan het beleid uitvoering wordt gegeven. Aan het beleid, wat hier dus wordt voorgesteld. Bovendien mis ik welk aantal woningwetwoningen in de diverse prijsklassen ten hoogste verkocht kunnen worden uit monde van het bestuur van de woningstichting zonder dat het plaatselijk volkshuisvestings- belang wordt geschaad. Met alle respect voor de samenstellers van de nota ben ik dan ook van opvatting dat deze beleidsnota van de woningstichting onvoldoende is om tot een behoorlijke afweging te komen. Het gaat hier om een keuze te maken voor: wil men woningzoekenden helpen of kiest men voor het eigen woningbezit? Zo simpel ligt de zaak eigenlijk. De woningstichting is van mening, zo lees ik althans in de nota van de woningstichting, dat het aan tal in beheer zijnde woningen tenminste 2500 a 3000 moet zijn om een verantwoord beleid t.a.v. de beheers— en onderhoudstaken te kunnen blijven voeren. Momenteel heeft diezelfde woningstichting er 2700, je zou dus zeggen: de woningstichting zou dus liever niet ver kopen, want bij verkoop zal het totale woningbezit onder de grens van 2500 woningen komen. Een verantwoord beleid t.a.v. beheer en onderhoud is dan volgens diezelfde woningstichting niet meer mogelijk. Dat zegt het bestuur immers zelf en ik kan dat onder schrijven. Ik verbaas me er dan ook over dat de woningstichting zichzelf tegenspreekt en desalniettemin voorstander blijkt te zijn van verkoop, zij het verkoop onder bepaalde voorwaarden. Ik merk wel op dat de allereerste verantwoordelijkheid van de woningstichting ligt in het zorgdragen voor voldoende goede, betaalbare huurwoningen. Het huidige contingenteringsbeleid van het rijk en de provincie belooft weinig goeds t.a.v. de toekomstige ontwikkeling, met andere woorden het aantal te bouwen woning wetwoningen is, zelfs al voor dit jaar, drastisch omlaag gebracht» Verkoop van woningwetwoningen onder deze omstandigheden zou bete kenen dat het aantal woningzoekenden, thans 170, alleen maar zou toenemen. Ook woningzoekenden die al jaren staan ingeschreven kunnen de hoop opgeven ooit nog eens een woning te krijgen. Maar bovendien heb ik in de krant gelezen, dat binnenkort het aantal woningzoekenden ook zal toenemen in verband met de zoge naamde bootvluchtelingen. Ik onderschrijf argumenten zoals die hier in de beleidsnota van de minderheid van het college wordt gesteld. 'Dat betekent dat ik ook tegen verkoop op dit moment ben. In eerste instantie zou ik toch de volgende vraag willen voor leggen: Ten aanzien van de bepalingen, die hierin zijn opgenomen onder de verkoopvoorwaarden,wordt o.a. gesproken van een boete beding. Op zich vind ik dat juist. Echter wordt niet aangegeven tot welk bedrag in deze gemeente de boete wordt vastgesteld. De overheid zegt: maximum 25*000,--. Ik zou dat toch wel nader uitgedokterd willen hebben. Onder de voorwaarden om te mogen kopen is bovendien geregeld: De nieuwe eigenaar moet tenminste gedurende 5 jaar bewoner zijn van de over te dragen woning en financieel in staat worden geacht de lasten voor een eigen woning

Raadsnotulen

Oud en Nieuw Gastel: 1938-1980 | 1979 | | pagina 151