- 31 -
Ik heb toen gesteld dat dit m.i.z. een goede gedachte was en
heb tevens de suggestie gedaan om eventueel het diepe bassin
voor een deel af te sluiten t.b.v. de zwemverenigingen die dan
hun jongere leden konden laten trainen.
Tot myn verbazing las ik echter in de krant dat de aanvangstijden
dusdanig waren aangepast dat het bad gedurende een tyd dicht zou
gaan om dan later weer opengesteld te worden.
Dit nu acht ik in strijd met de voorwaarden waarop in het begin
van het jaar de openingstijden zijn gepresenteerd en waar mensen
op grond van deze gegevens hun abonnement op hebben gekocht»
In de veronderstelling dat dit onderwerp op 28 juni 1979 in de
vergadering van de raad van beheer aan de orde zou komen acht
ik de huidige gang van zaken niet juist en verzoek u dan ook
kennis te nemen van deze bezwaren.
Tevens zou het raadzaam zijn om e.e.a. pas te laten ingaan als alle
partijen betrokken zijn geweest en voldoende zijn ingespeeld op de
voorgestelde veranderingen.
Vanuit de verenigingen is dit laatste niet als zodanig ervaren.
In de hoop dat de raad van beheer in zijn vergadering d.d. 28 juni
deze argumenten laat meewegen om daarna een voor alle betrokken
partijen bevredigende oplossing te presenteren, verbluf ik.
b. De heer VAN DUIJVENBODE heeft de volgende schriftelijke vraag
ingediend.
Naar aanleiding van de openingstijden van het zwembad, de navolgen
de vragen:
1» waarom niet tijdig overleg met de plaatselijke zwemverenigingen
i.v.m. wijzigingen trainings tijden.
2. Geheel geen inspraak voor de abonnementshouders die nu te
18.00 het zwembad moeten verlaten i.p.v. 19-00 uur.
3» Is het niet mogelijk dat een gedeelte van het zwembad tussen
18.00 en 19-00 uur beschikbaar blijft voor abonnementshouders.
De VOORZITTER deelt n.a.v. de vragen van de heren van Beek en
Van Duijvenbode mede, dat deze vragen voorgelegd zullen worden
aan de Raad van Beheer van het Sportfondsenbad in de vergadering
van 28 juni 1979-
De heer VAN BEEK verzoekt of de uitslag van de openingstijden
bekend gemaakt kan worden via een publicatie.
c. De heer VAN BÈEK heeft de volgende schriftelijke vraag inge
diend
Het is al verschillende keren voorgekomen dat na een flinke stort
bui de riolering in de Meirstraat e.e.a. niet kon verwerken.
Een keer is het zelfs voorgekomen dat in de woningen tot aan de
Stoof toe het water in het toilet en badkamers omhoog kwam.
Uit krantenartikelen is gebleken dat dit probleem de aandacht
heeft maar daar kopen de bewoners die overlast hebben niets voor.
Daarom wil ik van het college horen wat zij aan dit probleem gaan
doen en in welke termijn e.a. verholpen zal zjjjn.
De VOORZITTER antwoordt hierop dat ten aanzien van de waterover
last de gemeente een adviesbureau ingeschakeld heeft.
Het ligt in het voornemen dat binnen twee maanden voorzieningen
getroffen zullen z?jn.
d. De heer VAN BEEK heeft de volgende schriftelijke vraag in
gediend.
In de commissie Algemeen Welzijn is door mij het verzoek naar voren
gebracht om bjj de notulen in het vervolg de verslagen van de com
missies bjj te sluiten.