1
- 2 -
college door het college zelf geschiedt.
De heer VAN BEEK vindt dat de vragen van nut kunnen zijn, voordat
aan de overige stukken van de agenda wordt begonnen.
De VOORZITTER vindt het thuisbehoren bij de rondvraag en wil ook
gaarne antwoorden bij de rondvraag.
De heer VAN BEEK vindt het toch van belang geïnformeerd te zijn
vooraf, onder andere vooral als gesproken wordt over commissies.
De VOORZITTER wijst er op, dat inmiddels de portefeuilleverdeling
bekend is en voor ieder raadslid op tafel is neergelegd. De heer
VAN BEEK was op het moment van het schrijven van de brief niet op
de hoogte van de portefeuilleverdeling.
De VOORZITTER stelt voor de verdere behandeling naar de rondvraag
te verschuiven. De heer VAN BEEK kan hiermede instemmen.
Hierna stelt de VOORZITTER de in preadvies 78.076 genoemde stukken
aan de orde. Spreker wijst er op, dat onder "f" en "g" twee maal
hetzelfde ingekomen stuk is vermeld»
De heer SWEERE brengt ter sprake punt "1", t.w. het beleidsplan
algemeen maatschappelijk werk van de Federatieve stichting voor
maatschappelijk werk en gezinsverzorging te Zevenbergen. Dit be-
leidsplan wordt nader persoonlijk toegelicht aan het college van
burgemeester en wethouders. Ten aanzien van de gemeente Oud en
Nieuw Gastel is o.a. vermeld dat er vele leemten zijn m.b.t.
voorzieningen voor bejaarden en er weinig recreatieve mogelijk
heden zijn voor jongeren. Spreker zou wensen, dat de nadere ad
viezen kunnen worden toegespeeld aan de gemeenteraad. Dit is erg
belangrijk.
De VOORZITTER licht toe, dat er binnenkort een bespreking zal
plaats vinden met een vertegenwoordiging van het college van bur
gemeester en wethouders en een vertegenwoordiging van de Federatieve
stichting. Het voorliggende beleidsplan wordt dan aan de orde ge
steld. Spreker zegt toe dat de raad xiitslag krijgt van de bespreking
te dezer zake.
Zonder hoofdelijke stemming worden de ingekomen stukken met algemene
stemmen voor kennisgeving aangenomen.
4Instelling commissie "Algemeen Welzijn" (classificatienr. A
-2.07.51 5)
(preadvies nr.: 78.077)
Vooraleer de punten k, 5» 6 en 7 te behandelen brengt de VOOR
ZITTER een brief van de heer Van Beek ter tafel d.d. 22 septem
ber 1978 inzake het invoeren c.q. uitbreiden van commissies.
De heer VAN BEEK schrijft in genoemde brief het volgende:
Ondergetekende is van mening dat er een keuze gemaakt moet worden
uit twee mogelijkheden, n.l.:
a) de raad kiest voor een controlerende taak, het college van
burgemeester en wethouders komt dan met voorstellen en voert
de besluiten uit.
De as van het besturen ligt dan bij het college van burgemeester
en wethouders.
Een artikel 62 commissie brengt géén nieuwe elementen in, omdat
de commissieleden uitsluitend advies en bijstand verlenen aan
burgemeester en wethouders, (een taak die ieder individueel raads
lid óók heeft)De tot stand gekomen voorstellen zullen als voor
stel van het college van burgemeester en wethouders bij de raad komen
(zonder commissie óók), de commissie hoeft géén verantwoording aan
de raad af te leggen. Er is dus een klein raadje ontstaan zonder
bevoegdheden of een klein collegetje van burgemeester en wethouders
zonder bevoegdheden!