.v
I
geen weet van wil hebben. Het lijkt mij toch een verkeerde interpre-,
tatie van de objectiviteit en de onafhankelijkheid.
Het moet mogelijk zijn bepaalde opvattingen, die we allemaal stuk
voor stuk hebben, kunnen corresponderen met het programma van poli
tieke partijen of ons eigen geweten. Het moet mogelijk zijn met die
eigen opvattingen een onafhankelijke positie in te nemen als voor
zitter van een raad.
Dit is eigenlijk het enige wat ik er over kan zeggen, mijnheer de y
voorzitter, zonder dan keiharde uitspraken op dit stuk te doen.
Vooral niet omdat over dit alles de discussie in gang is.
De VOORZITTER dankt de heer commissaris wederom en vraagt of er nog
meerdere punten zijn te bespreken.
De heer VAN MERRIENBOER vraagt nog of de gemeentelijke herindeling
en het opheffen van kleine gemeenten de belangstelling voor het
ambt van burgemeester voor deze gemeenten doet dalen.
De COMMISSARIS reageert hierop als volgt.
Ik heb wat dat betreft nog te weinig indrukken om al conclusies te
trekken. Een feit is, dat over kleinere gemeenten, vooral het laat
ste jaar, de laatste paar jaren, de publiciteit enorm is toegenomej^
met betrekking tot de herindeling.
Of dit van invloed is weet ik niet. Er zjjn twee constateringen moge
lijk. Ten eerste de publiciteit terzake van de reorganisatieplannen
binnenlands bestuur. Ten tweede, volgens mijn mening, dat het aantal
kleine gemeenten wel wat terugloopt. Maar ik vind het toch een te
korte periode om daar al conclusies uit te trekken. Het zou met ei
kaar verband kunnen houden. Ik kan me wel indenken dat het met name
jonge mensen niet bijster animeert om aan een carrière te beginnen
welke ontijdig kan eindigen doordat een gemeente wordt opgeheven»'
Het mag wel aantrekkelijk zijn voor sommige lieden, doch het merendeel
zit daar niet op uit te kijken.
Het zou in veel bredere kring uitgezocht moeten worden met veel k
meer vacatures en niet alleen op basis van de vacatures in Brabant.
De VOORZITTER geeft hierna het woord aan mevrouw Hendrickx.
Mevrouw HENDRICKX vraagt,welke invloed een enquête, onder de bevolking
te houden, van invloed kan zijn op de benoeming van de nieuwe burger
meester en of hiermede rekening wordt gehouden.
De COMMISSARIS wordt hierdoor herinnerd een vraag van de heer VanV
Merrienboer te beantwoorden en biedt hiervoor zijn excuses aan.
De COMMISSARIS zegt hiervan het volgende.
Ik spreek met de raad. De raad spreekt tegen de commissaris van d*e
Koningin. De raad haalt zijn opvattingen op de een of andere manier
ergens vandaan. Er worden allerlei wegen bewandeld. Ik zal zeker
niet degene zijn die een enquête afwijst. Het is de verantwoordelijk
heid van het raadslid om hier uit te spreken wat het raadslid vindt
van het profiel van de burgemeester.
Waar die gegevens vandaan komen, door gesprekken of een enquête
is om het even. De bevolking wordt gerepresenteerd door de gemeen
teraad. Dit is de weg die wordt gevolgd.
Verder heeft niemand nog vragen of mededelingen.
De VOORZITTER memoreert, dat met hetgeen naar voren is gebracht
met betrekking tot het profiel van de nieuwe burgemeester, terzake
van kwaliteit en eigenschappen, de commissaris voldoende gegevens
heeft verschaft om een goed advies aan de Kroon te kunnen uitbren
gen.
De VOORZITTER is verheugd met de toezegging, dat rond de jaarwisseliné
de benoeming van de nieuwe burgemeester tegemoetgezien kan worden.
Dit is ook in het belang van een kleine gemeentenen het bestuurlijk
apparaat
Hetgeen door de raadsleden naar voren is gebracht is geschied na
i
t