De VOORZITTER merkt op, dat niet alle punten tot de competentie van
de commissie Openbare werken beheren. De zaken die er wel thuisho
ren zullen worden doorgespeeld.
Spreker merkt op, dat het college van burgemeester en wethouders
toch voornemens iseen visie aan de raad voor te leggen teneinde
deze kenbaar te maken aan het streekgewest. Het ligt in de bedoe
ling deze visie te geven in de raadsvergadering van eind april.
De VOORZITTER memoreert met betrekking tot bestemming industrie-
terrein, dat het beginsel van het streekplan, dat Oud en Nieuw
Gastel geen industriegemeente moet werden, niet zal worden aangetast.
De situatie van de ruilverkaveling is geen aangelegenheid van het
streekgewest. Er is een commissie, warin vertegenwoordigers zitten
van landbouworganisaties, gemeenten en ook anderen.
De heer AKKERMANS zegt dat het streekgewest een tamelijk zwakke
positie heeft met betrekking tot het Streekplan West-Brabant. Het a
streekgewest kan alleen adviseren. Om het advies zo sterk mogelijk
te maken zijn er de vragen aan. de gemeenten gestuurd, teneinde
hieruit een synthese te maken. De mogelijkheid blijft, dat de ge
meenten zich daarnaast tot gedeputeerde staten kunnen wenden, ten
einde hun belangen te kunnen bepleiten.
De heer DE JONGH voegt hieraan toe, dat het streekgewest de rol van
gesprekspartner gaat vervullen.
De heer AKKERMANS verklaart nader, dat dit een taak is, welke het
streekgewest op zich heeft genomen, doch iedere juridische basis
mis t
Spreker vindt het juist dat het streekgewest bemiddeld. De adviezen
van het streekgewest zullen zwaarder wegen, daar deze objectiever
zullen zijn.
Mevrouw HENDRICKX vraagt wat de gemeente moet doen met betrekking
tot het ingekomen stuk "d" inzake het schrijven van de P.v.d.A. en
P.P.R. met betrekking tot de neutronenbom.
De VOORZITTER licht toe, dat dit een nationale en internationale
aangelegenheid is en niet een gemeentel!jke.Het stuk ware voor ken
nisgeving aan1te nemen.
De heer AKKERMANS vraagt naar aanleiding van punt "a" inzake instruc
ties aan gemeenten voor bejaardenorganisaties met betrekking tot
eisen en programma's, wat de gemeenten zoal kunnen doen.
De VOORZITTER kan zich hiervan nog geen duidelijk beeld vormen, doch
zal er zich nader in verdiepen. De heer AKKERMANS beveelt dit erg
aan.
Ten aanzien van punt "f" inzake de rapporten van het Verificatiebu
reau vraagt de heer AKKERMANS wat de bedoeling is van de alinea:
"Gezien de aard en de omvang van bepaalde ontvangsten (bijvoorbeeld
uittreksels uit het geboorte- en persoonsregister) en de omvang
van de secretarie- organisatie, waardoor een verdere functieschei
ding niet kan worden doorgevoerd, kunnen wij de volledigheid van de
verantwoording van dergelijke ontvangsten niet vaststellen.
Spreker vraagt of het verhand houdt roet de huisvesting, met tekort
aan personeel of anderszins.
De VOORZITTER merkt hierbij op, dgze opmerking nimmer in de rappor
ten heeft gestaan, doch dat dit '"'verdere betekenis heeft voor het
thans opnemen in het rapport. Het is altijd al zo geweest. Praktisch
kunnen de taken niet worden gesplitst, zulks ten behoeve van een
interne controle.