- 17 - M.i. is allé'CjWiMSijPliiifceenteraad bevoegd om gemeentelijke eigen dommen zoals hét?1'zwembad te verburen (art. 172 gemeentewet De raad mijnbeer de voorzitter is tot nu toe niet in staat gesteld om de begroting van het sportfondsenbad op haar redelijkheid te toetsen omdat het sportfondsenbad -ondanks het fe.it, dat het seizoen reeds enkele maanden achter de rug ligt— er nog niet in geslaagd is om de begroting formeel bij de gemeente in te dienen. Weliswaar heeft het sportfondsenbad een begroting vervaardigd en wel gedateerd 14 augustus 1978, maar het bestuur heeft kennelijk besloten om deze begroting maar nog niet bij de gemeente in te dienen. Mijn vraag mijnheer de voorzitter is dan ook, welke redenen zijn er voor het sportf ondsenbad om geen begroting bij de gemeente in te dienen. En verder mijnheer de voorzitter, zou ik willen vragen, waarom deze subsidie niet in de commissie algemeen ^üfclzijn wordt behandeld en dan -met advies- aan de raad voorgelegd. T.a.v. b.v. het gemeentelijk ontmoetingscentrum wordt wél -en te recht dunkt me- op deze wijze gewerkt. Het zal u niet moeilijk vallen mijnheer de voorzitter, op mijn vragen een behoorlijk antwoord te geven gezien het feit, dat de bestuurs leden van het sportfondsenbad ook goed de weg weten op het gemeentehuis Door deze subsidie -via de begrotingsbehandeling- te laten goed keuren loopt njen dsekans dat, in de warwinkels van cijfers, be handeling van deze subsidie niet grondig gebeurt en dat kan niet de bedoeling zijn van het college. Ook t.a.v. de woningbouw en ruimtelijke ordening heeft het college geen beleidsplannen ontwikkeld. Mijnheer de voorzitter het toewijzingsbeleid van huurwoningen door de woningstichting is -mij in ieder geval- niet duidelijk. De fractieleider van het CDA in de Hoevense gemeenteraad heeft met name al gewezen op het feit, dat de woningstichting aan mensen, die hun eigen huis met grove winst hadden verkocht, een woning had toegewezen. Mijnheer de voorzitter het zal u duidelijk zijn dat ik groot voorstan der ben van participatie van de huurders in de woningstichting. Overleg, inspraak en meebeslissingsrecht voor de huurders. Ik hoop dan ook mijnheer de voorzitter, dat dié gemeentebestuurderSr die in de sfichting -al dan niet op persoonlijke titel- zitting hebben als bestuursleden zullen willen bevorderen dat er werke lijke rechten kunnen worden ontleend door de huurders. Mijn vraag t.a.v. daarvan mijnheer de voorzitter is dan ook, op welke wijze heeft de gemeente invloed op het doen en laten van de wo ningstichting? Mijnheer de voorzitter het aantal woningzoekenden is in ónze gemeen te erg groot. Te groot als je het mij vraagt. Volgens mij mijnheer de voorzitter, ontbreekt er een écht volkshuisvestingsbeleid. Ik zou dan ook willen vragen om een opgave te willen rWSÉS® trekken van het aantal en samenstelling van het aantal woningzoekei|den en daar een beleid op af te gaan stemmen. Ik doel hierbij op 1- of 2-persoonshuishoudens, bejaarden en invaliden. Ook vraag ik me af mijnheer de voorzitter, of de aspirant-huurders in de gelegenheid worden gesteld de woningstichting ideeën te geven over de toekomstige bouwplannen. Over de kwaliteit van de woningwetwoningen mijnheer de voorzitter heeft zeer recentelijk een Hoevens raadslid van de VVD, zich zeer kritisch uitgelaten. Ik neem direkt aan mijnheer de voorzitter, dat deze kritiek niet helemaal ongegrond was.

Raadsnotulen

Oud en Nieuw Gastel: 1938-1980 | 1978 | | pagina 175