- 3 -
het geraamde tekort in de gemeentebegroting opgenomen.
De heer AKKERMANS merkt op, dat by artikel b de raad wel wordt
genoemd. Spreker meent, dat eindcijfers van een begroting van de
stichting bij de gemeentebegrotingsbehandeling te weinig gegevens
verschaft voor de raad.
De VOORZITTER vindt het vanzelfsprekend, dat de gehele begroting en
de toelichting hierop aan de gemeenteraad moet worden voorgelegd,
teneinde de raad een juiste beslissing te kunnen laten nemen voor
het opnemen in de begroting varx de gemeente van het tekort van de
stichting.
De heer AKKERMANS vergelijkt artikel 9 met artikel 10. De stichting
moet bij opzegging één jaar tevoren hiervan bericht laten, terwijl
de gemeente te allen tijde de huur kan opzeggen.
De VOORZITTER wyst er op, dat in artikel 10 ook is vermeld, dat de
gemeente alleen kan opzeggen by grove verwaarlozing.
Spreker zegt, dat het mogelijk zou kunnen zijn, dat onmiddellijk in-
grypen van de gemeente noodzakelijk is, b.v. naar aanleiding van een
financieel rapport van een accountant. Beroep is mogelijk op de ge-
meent eraad.
Met betrekking tot buffet merkt de heer AKKERMANS op, dat er lande
lijk richtlijnen zyn, waaraan men zich te houden hoeft, zulks ter be
scherming van de Horeca. Deze voorschriftennaleving is niet in de
voorliggende overeenkomst verwerkt.
De VOORZITTER licht toe, dat op grond van de Drank- en Horecawet
een vergunning moet worden afgegeven. In deze vergunning worden
voorwaarden gesteld.
Mevrouw AKKERMANS heeft moeite met artikel 3 en met artikel 5.
Burgemeester en wethouders moeten tevoren de begroting van de stich
ting goedkeuren. Alles wat de stichting gaat doen, valt eerst terug
naar burgemeester en wethouders. Is er dan nog een stichting nodig
als de gemeente "bevoogdt".
De VOORZITTER memoreert, dat het particulier initiatief zo veel moge
lijk moet worden ingeschakeld. Spreker brengt onder de aandacht als
de gemeente een investering van 2miljoen gulden, met een vaste
jaarlijkse last van 230.000, pleegt, het zaak is dat het ont
moet ings centrum goed wordt beheerd en goed in exploitatie wordt ge
nomen. Gelet op de verantwoordelijkheid van de gemeenteraad ten op
zichte van de financiën van de gemeente moet men alert zijn en de
gemeenteraad moet hierin worden gekend. Burgemeester en wethouders
hebben een uitvoerende taak. Het is een goede zaak, dat bepaalde
waarborgen worden opgenomen.
Mevrouw AKKERMANS is het hiermede wel eens, doch vindt toch dat het
aan een kant overdreven is, waardoor waarschijnlyk het particulier
initiatief de mond gesnoerd gaat worden.
De VOORZITTER is van mening dat er voor het particuliere initiatief
nog enorm veel ruimte zit. Eerst zou men moeten gaan werken met de
voorliggende overeenkomst om te zien hoe het in de praktijk gaat.
De stichting zal na de beslissing van de gemeenteraad de ontwerp
overeenkomst moeten bezien en hieromtrent kunnen op- en aanmerkingen
worden gemaakt. Schriftelijk dan wel mondeling kan het gemeentebe
stuur aan de stichting nadere toelichting geven.
Mevrouw AKKERMANS vindt het ook moeilyk om thans de financiële con
sequenties te overzien zonder dat er een begroting is en zonder dat
men weet hoe het zal gaan lopen.
De VOORZITTER memoreert, dat de vaste lasten van rente en aflossing
in ieder geval exact bekend zijn. Deze komt zo wie zo als vaste last
in de gemeentebegroting. Het is ook een taak van de stichting om het
beheer zodanig te verrichten, dat het voor de gemeente ook financiëel
gezien zo gunstig mogelijk is. Voor het stichtingsbestuur liggen er
dan heel wat initiatiefmogelijkheden.