-11-
de raad geen bevoegdheid in hééft maar alléén het college-
kunnen B en W hun gang gaan.
Verder is de begroting- basis voor de later ai' te leggen rekening
en verantwoording, voor het toezicht alsmede voor de voorlopige
vaststelling van de diverse uitkeringen van het rijk.
Voorts kan de begx-oting voor de konti-ole op de voorgang of af
wikkeling van een zgn. meerjarenplan een belangrijke functie ver
vullen.
Mijnheer de voorzitter dat de raad aan liet hoofd van de gemeente
staat blijkt duidelijk uit art. 152 v.d. grondwet. Duidelijk wordt
daaraan ook inhoud gegeven door art. 2't2 van de gemeentewet die
de raad het zgn..budgetrecht geeft.
*pe raad heeft in dat geval -dus tijdens de begrotingsbehandeling -
wél- invloed op het dagelijks bestuur, invloed die zy de rest van
het jaar ontbeex-t althans voorzover het betreft de zgn. zelf be
stuurstaken van het college van B en W.
Voorzover met de uitoefening van verschillende bevoegdheden van
B en W kosten zijn gemoeid (bijv. onderhoud van wegen of uitbreiding
secretariepersoneelis het college gebonden aan de uitgaveposten
in de gemeentebegroting. Deze posten mogen niet worden overschreden
zonder medewerking van de raad en goedkeuring van G.S.
Willen B en W op grond van hun ingevolge art. 209 gem. wet toeko
mende bevoegdheid bepaalde maatregelen, waai'door de betreffende
begrotingspost zou worden overschreden, dan moeten zij éérst by
de raad te biecht.
Het is heel belangrijk mijnheer de voorzitter om aan te geven wat
de begroting eigenlijk is.
Sorry, mynheer de voorzitter-, dat ik soms het idee heb, dat het
voor iedereen even duidelijk is.
Daarom is het bij het vaststellen van de begx-oting erg belangrijk
wélke bevoegdheden heeft het college van B en W -naast de hun
ingevolge art. 209 gem-wet toekomende- gekregen van de raad d.m.v.
delegatie
Myn vraag is dan ook aan het college, wélke bevoegdheden zyn er
in het verleden aan B en W gedelegeerd?
Allereerst mynheer de voorzitter moet ik vaststellen, dat de begxo»
ting niet -zoals wettelijk gei-egeld (art. 23Ö Gem.wet) tydig de
raad is aangeboden.
Het late tydstip van aanbieding alsmede de te korte voorbereidings
tijd voor de raadsleden, is kennelijk gewoonte in deze gemeente.
Hoewel ik het college graag de ruimte geef en de te late indiening
niet kwalijk zal nemen, vind ik het bijzonder jammer dat op myn
eerder gedane schriftelijk verzoek, om de begrotingsbehandeling uit
te stellen tot né nieuwjaar en de behandeling van de begroting
niet in één avondje te doen plaatsvinden maar daarvoor meerdere
avonden uit te trekken, door het college is afgewezen.
Het lykt me een ondoenlijke zaak de begroting in één avond grondig
te behandelen en af te ronden naast de gewone agendabehandeling.
Het zal dan ook wel 'n laat avondje worden en daar zal de kwali
teit van de begrotingsbehandeling ook niet door toenemen.
Zoals reeds eerder opgemexkt mynheer de voorzitter, vervacht ik in
de naaste toekomst zekex- een eerdere aanbieding van de begroting
en ook een langere tijdsruimte tussen de aanbieding en behandeling,
terwyl ik graag -ik zeg het maar weer- erg px-ys stel op een gx-on-
dige behandeling ook al kost dat meer avonden.
Over de begroting mynheer de voorzitter liet volgende,