- 9 - 3 Is het college bereid oin hel aantal commissies uit te bx'eidun en ook de burgers daarin zitting te luien nemen? Mynheer de voorzitter-, liet is my nuluurlyk bekend -was het mij niet bekend, dan heeft deze kor-te raadsperiode iny dat wei geieerd- dat er onder- raadsleden -óók in deze gemeente- groot verstil il van opvatting bestaat over hun taak. Er zijn mijnheer de voorzitter- raadsleden die iiet primair hun Laak vinden bij, te dragen aan de formulering van hoofdlijnen van beleid. Een tweede kategorie mijnheer de voorzitter, bestaat uit raadsleden die liet vooral hun taak vinden om controlerend bezig te zyn. Een derde categorie beschouwL zich vooral als vertegenwoordiger van een bepaalde groepering en ziet liet met name als zyn of haar taak om er toe by te dragen dat de desbetreffende belangen ook ^werkelijk in het gemeentelijk beleid worden afgewogen. Aangezien ik mynheer de voorzitter vind dat de raad als hoogs te bestuursorgaan moet functioneren, vind ik ook, dat ik als raads lid een bijdrage moet kunnen lever-en aan de formulering van hoofd lijnen van beleid, overeenkomstig- overigens de bepalingen in de gemeentewet ik vind dan ook mijnheer de voorzitter, dat de raad haar wet lei ijk gegeven recht, n1om op de meest essentiële fasen van besluit vorming greep te hebben, moet kunnen nemen. Mijnheer de voorzitter, liet zal ook u -naar ik mag hopen- wel be kend zijn, dat er enige jaren geleden een rapport is verschenen van de Commissie Merkit (genoemd naar- de burgemeester van Breda) Ueze commissie is L.a.v. de positie van gemeenteraadsleden binnen het gemeentelijk beslei, tot bepaalde aanbevelingen gekomen. Oamynheer de voorzitter, is gesteld, dat de raad, ais democra tisch gekozen en representatief samengestelde vertegenwoordiging van de bevolking, lie t bestuur moet voeren. Daarby zal de raad zich vooral (maar niet alléén) moeten bepalen tot het vaststellen van de hoofdlijnen van het beleid, liet is bijna vanzelfsprekend mynheer de voorzitter-, dat gezien het feit, dat raadsleden over het algemeen over -relatief gezien- weinig vrije tyd beschikken, er voor raadsleden beperkingen zijn. Mijnheer de voorzitter- de grondwet en gemeentewet gaan reeds uit van een eenheids systeem met betrekking tot de raad en liet college. De raad staat aan het hoofd van de gemeente. Gezien de huidige onduidelijkheid van beleid, zou ik mijnheer de voorzitter, willen voorstellen om tot een zgn. struc tuurverorde ning te komen waarin de verhouding en de bevoegdlieden tussen het college, de gemeenteraad en de commissie worden geregeld. Mynheer de voorzitter vooral de pjuats die de raad thans inneemt in het proces van besluitvorming behoeft m.i. verbetering. In de voorbereidende fasen moet de raad (commissies) reeds worden betrokken. Aldoende mijnheer de voorzitter, kan dan bereikt worden, dat -daal de raad in alle fasen van de voorbereiding meespeelt- hij een beter inzicht kan verkrijgen in de materie en bovendien kan Ir ij de raad) een rol spelen op dié momenten dat de beslissingen echl vallen. Het besluitvormingsproces is thans erg onduidelyk -óók voor de raad als hoofd der gemeente- en met mijn voorstel kan berèikt worden, dat dit proces doorzichtiger- en sys tema tisclier wordt Mijnheer de voorzitter de raad moet m.i. zóveel mogelyk met beleids plannen werken maar waar zijn de beleidsplannen? Mynheer de voorzitter ik zou graag zien dat de informatie, die liet college van B en W en het ambtelijk apparaat aan de raad verstrekt, relevant is en betrekking heeft op zaken die de raad aangaan.

Raadsnotulen

Oud en Nieuw Gastel: 1938-1980 | 1978 | | pagina 167