- 8 -
heren Van Beek, Van Duijvenbode, Ernest, Van Gasteren, Van
Merrienboer en Moerings, alzo 7 stemmen voor. Tegen stemmen
de heren Gelijns, Oomen en Sweere, alzo 3 stemmen tegen.
Met 7 tegen 3 stemmen is derhalve besloten om artikel 55qua<ter
toe te passen.
Ten aanzien van de hoogte van het bedrag per leerling voor
het basisonderwijs meent de heer SWEERE dat de doox* het schoolbe
stuur te betalen onroerendgoedbelasting buiten het bedrag per leer
ling integraal vergoed dient te worden. Met toestemming van de
VOORZITTER zegt de SECRETARIS, dat indien het bedrag in de begro
ting van het schoolbestuur wordt opgenomen, de onroerendgoedbelas
ting in het bedrag per leerling ingevolgde artikel 101 is begrepen.
Daar dit het geval is in de voorliggende begroting van het school
bestuur stelt de heer SWEERE voor het bedrag per leerling te be
palen op 419»- Dit voorstel wordt niet gesteund.
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel
van burgemeester en wethouders besloten. De heer SWEERE wordt
geacht te hebben tegengestemd.
Met betrekking tot het bedrag per leerling voor het buitengewoon
lager onderwijs wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester
en wethouders zonder hoofdelijke stemming met algemene stemmen
besloten.
85e Wijziging Verordening rioolafvoerrecht classif icatienrj
-1.714.12)
(preadvies nr.: 78.107)
De heer VAN DUIJVENBODE maakt een kanttekening bij het te verhogen
percentage van 8%, hetwelk niet exact tot uitdrukking komt in de
nieuwe tarieven.
De heer VAN BEEK vraagt wat de gemeente verstaat onder regelmatige
acceptabele verhogingen.
De VOORZITTER wijst er bij voorbaat op, dat de werkelijke kosten van
rioolafvoer bij lange na niet goed worden gemaakt met de belasting
heffing. Toch wordt getracht regelmatig de belasting te verhogen en
wel in beginsel met een gelijk percentage als de loonstijging, welke
momenteel op 7»6% ligt. In de gemeenteraad is afgesproken dat jaar
lijks verhogingen zullen plaatsvinden.
De heer VAN GASTEREN informeert nader naar wat retributies en wat
belastingen zijn in het kader van de circulaire van de minister van
Binnenlandse Zaken, waarin is bepaald, dat overheidstarieven met
niet meer dan 3>5% mogen worden verhoogd.
Spreker meent, dat een retributie is datgene, waartegenover een
direct aanwijsbare prestatie van de overheid staat.
Tegen de bezuinigingswoede van de regering, waar ook bezuinigd wordt
op inkomens, vindt spreker Q% stijging te veel.
De VOORZITTER licht toe, dat de voorliggende belasting persé geen
retributie is. Het is een belasting.
Indien de procentuele verhoging van 8% te hoog wordt bevonden, dan
heeft dit invloed op de inkomsten van de begroting. Wil men ge
noegen nemen met minder inkomsten, dan zal er evenzo een versobe
ring van de uitgaven aan de dag gelegd dienen te worden.
De heer VAN GASTEREN blijft onduidelijk vinden dat de onderhavige
belasting geen retributie is. Evenals ophalen van huisvuil is riool-
afvoer een directe dienst van de gemeente.
De VOORZITTER merkt op, dat uit de tekst van de gemeentewet blijkt
wat een belasting en wat een retributie is.
De heer VAN GASTEREN vindt een goede toelichting van belang. De ge
meentewet is vaak voor velen moeilijk te lezen. De belastingpara
graaf van de gemeentewet is geheel herschreven. Spreker blijft van
mening dat de onderhavige belasting een retributie is.