- 21
tengevolge waarvan de belanghebbende formeel bij de gemeenteraad
in beroep kan komen.
De heer MARCELISSEN vindt toch, dat de handelswijze van de gemeente
niet juist is geweest. De VOORZITTER deelt dit niet. Dit blijft
voor rekening van spreker.
De heer MARCELISSEN vraagt of voorliggende situaties hadden kunnen
worden voorkomen, indien het plan buitengebied gered zou zijn
geweest
De VOORZITTER bevestigt wel, dat stringente bepalingen meteen
duidelijk kunnen maken dat een vergunning niet verleend kan worden.
In het onderhavige geval is wel getracht voor belanghebbende nog
iets te kunnen bewerkstelligen. Dit is niet gelukt.
De heer MARCELISSEN benadrukt nogmaals zo gauw mogelijk het ontwerp
plan buitengebied gereed te hebben.
De VOORZITTER herhaalt nogmaals onmiddellijk contact óp te nemen
met de stedebouwkundige en hem verzoeken mede te delen, wanneer
het plan gereed kan zijn.
e. Mevrouw HENDRICKX heeft de volgende schriftelijke vraag.
Hierbjj verzoek ik het college op de raadsvergadering van 27 sep
tember 1978 een voorstel te doen aan de raad aangaande een abon
nement op de raadsagenda voor elke inwoner van de gemeente Oud en
Nieuw Gastel.
De VOORZITTER kan mededelen dat het college niet afwijzend staat
tegenover de suggestie, doch er moet gelet worden op de financiële
consequentie. In verband hiermede moet een wijziging van de Leges
verordening worden voorbereid.
f. De heer OOMEN heeft bezwaar tegen een ontgronding nabij de
Overesselijksestraatwelke ondanks het afwijzend advies toch door
gang vindt. Spreker vraagt of hiertegen hoger beroep bij de Kroon
mogelijk is. Misschien in het kader van de ruilverkaveling. Op
4 oktober 1978 loopt de termijn af.
De VOORZITTER meent dat geen hoger beroep mogelijk is, doch zal het
nagaan. Wel kan belanghebbende in beroep gaan op grond van de wet
A.R.O.B.
g. De heer VAN GASTEREN wijst op artikel 238 van de gemeentewet,
terzake van het indienen van de begroting, vier maanden voor de
aanvang van het jaar waarvoor deze moet dienen. Spreker vraagt
wanneer de begroting 1979 tegemoet gezien kan worden.
De VOORZITTER deelt mede, dat het gebruikelijk is de begroting te
behandelen in de raadsvergadering van december.
De heer VAN GASTEREN wyst er op, dat de gemeente Oudenbosch de
begroting al heeft aangeboden.
De VOORZITTER licht toe, dat de aanbieding een formaliteit is.
De aanbieding kan mogelijk eerder gebeuren. Spreker zal dit opnemen
met de secretaris. Een maand eerder aanbieden is het uiterste wat
de VOORZITTER mogelijk kan bewerkstelligen.
h. De heer JANSEN informeert naar de vorderingen van verkoop van
woningwetwoningen aan huurders. De staatssecretaris heeft het
in handen willen spelen van de gemeenten om in overleg met de
woningbouwstichingen tot nadere afspraak te komen ten aanzien
van verkoop van woningwetwoningen. Wethouder ERNEST kan mede
delen dat dit punt op maandag 9 oktober 1978 in een vergadering
van de stichting woningbouw St. Bernardus ter sprake zal komen.
Zowel de VOORZITTER als de heer JANSEN zijn voorstander van verkoop
aan huurders. Wethouder ERNEST deelt mede dat de woningbouwstichting
in principe geen bezwaren heeft, doch het moet voorkomen worden
dat speculatie in de hand wordt gewerkt.