- 20 -
28 Rondvraag
a. De VOORZITTER antwoordt allereerst op de door de heer VAN BEEK
geschreven brief inzake de portefeuilleverdeling van het college
van burgemeester en wethouders en de normen die hierbij gehanteerd
worden (zie vraag bij Ingekomen stukken).
De VOORZITTER deelt mede, dat afgelopen dinsdag de portefeuilles
onderling zijn verdeeld in onderling overleg, zonder hieraan be
paalde normen te verbinden.
De verdeling van de portefeuilles is voor de raadsleden op de
tafel neergelegd. i'-
De verdeling van de portefeuilles is een zaak van het college van
burgemeester en wethouders zelf.
b. De schriftelijke vraagstelling van de heer VAN BEEK inzake
de wijziging van het Reglement van Orde wordt door het college
van burgemeester en wethouders nader in studie genomen.
c. De heer SWEERE heeft de volgende schriftelijke vraag ingediend.
Bij de opening van het ontmoetingscentrum stelde de directeur
van de Nederlandse Gombinatiebouw b.v. te Harderwijk dat er be-
treffende de bouw van een sporthal aan of bij het ontmoetingscentrum
vergevorderde plannen zijn.
Naar aanleiding hiervan wilde ik u vragen:
Is het de taak van die bewuste directeur om deze plannen aan
de bevolking mede te delen?
Zijn er inderdaad vergevorderde plannen? Zo ja wanneer zal de
bouw beginnen?
Bestaan er t.o.v. deze projektenontwikkelaar contractuele of
andere verplichtingen wannéér de gemeenteraad inderdaad besluit
tot de bouw van een sporthal over te gaan?
De VOORZITTER licht toe, dat destijds door gedeputeerde staten
is toegezegd te bevorderen dat voor een combinatie van ontmoetings
centrum en evenementenhal, subsidie van C.R.M. verkregen zou
worden.
Toen bekend werd dat het subsidie van C.R.M. niet verstrekt zou
worden heeft de raad toch gemeend het ontmoetingscentrum te moeten
bouwen, zonder evenementenhal. Spreker kan begrijpen, dat de dir^-
teur van N.C.B. Harderwijk de 2e fase, n.l. sporthal, aanhaalt ir^
zijn toespraak.
Spreker zegt uitdrukkelijk dat de gemeente geen contractuele af
spraken heeft met de aannemer.
d. De heer MARCELISSEN schrijft het volgende briefje.
Hierbij doe ik u toekomen een schrijven gericht aan alle raads
leden.
Gaarne wil ik van u vernemen welke maatregelen u neemt, om derge
lijke vervelende zaken in de toekomst te voorkomen. Gezien de
hoogst ongelukkige handelswijze van gemeentezijde, stel ik u voor
de aanvrage alsnog met een bouwvergunning te honoreren.
De VOORZITTER deelt mede, dat bedoeld schrijven betreft een bezwaar
van J.P.C. Braat, Drossaertstraat 11 te Oud Gastel dat burgemees
ter en wethouders geen toestemming verlenen tot het bouwen van een
bungalow met bedrijfsruimte.
De VOORZITTER spreekt de ongelukkige handelswijze van gemeentezijde
tegen. Het tegendeel is waar. Maatregelen om het te voorkomen
zijn niet altijd eenvoudig, .omdat bepaalde personen menen bepaalde
zaken naar zich toe te kunnen halen.
Spreker deelt mede, dat het college van burgemeester en wethouders
formeel een weigering van de bouwvergunning zal bewerkstelligen,