- 7 -
De VOORZITTER bevestigt dit wel, doch de visie van het college
is geen wetenschappelijk rapport. Het college wordt niet geacht
deskundig te zijn.
Op de desbetreffende vraag van de heer JANSEN antwoordt de
VOORZITTER dat bij het bestemmingsplan Stampersgat geen onderzoek
is ingesteld, daar hier geen nieuwe winkelvestigingen zijn opgei-
nomen.
De heer JANSEN vindt het een kwalijke zaak, dat de gemeente nu
28.000,-- op tafel moet leggen, hetwelk een specifiek belang is
voor de winkelvestigingen/horeca. Iedereen die zich vestigt zal
wel weten wat kan en niet kan.
De heer VAN MERRIENBOER wil uiteindelijk toch wel een principebe
sluit om het onderzoek in te stellen, doch de uitvoering daarvan
kan dan langzaamaan.
De heer MARGELISSEN is van mening, dat de gemeente zelf wel kan
beoordelen of er al dan niet winkels bij moeten komen. Het aanbod
en de vraag kan hierbij bepalend zijn. In het belang van de winke
liers moet nu kennelijk een onderzoek ingesteld worden, waartoe
de gemeente genoodzaakt wordt, hetgeen de gemeente moet betalen.
Waarom wordt dit niet door de zakenmensen betaald?
De heer MARCELISSEN kan zich niet verenigen met het instellen
van een onderzoek.
De heer RUIJTEN vindt het een kwalijke zaak, dat via opgelegde
voorschriften, waarvan de gemeente nota bene de kosten moet be
talen, de gemeente belemmerd zou kunnen worden in het eventueel
vestigen van winkels.
Waar is de vrijheid?
De VOORZITTER memoreert, dat we in een staat leven, waar de re
gering wetten maakt. Een wet moet nu eenmaal nageleefd worden.
De heer RUIJTEN is van mening dat de gemeente de vraag en het
aanbod het beste kent.
De VOORZITTER voegt hier in het algemeen aan toe, dat er zo veel
voorschriften zijn (wettelijk) waar incidenteel vragen bij gesteld
worden.
De heer RUIJTEN doet mededeling van een voorbespreking ten aanzien
van het voorliggende onderzoek, waarbij gesteld is, hiervoor nog
geen krediet beschikbaar te stellen, doch allengs blijkt, dat de
raad in een dwangpositie komt, als het onderzoek niet wordt inge
steld.
De VOORZITTER wil naar aanleiding van de discussie een nader voor
stel in stemming brengen, te wetens In principe besluiten tot het
onderzoek en gedeputeerde staten vragen in hoeverre vertraging van
het onderzoek van invloed zou kunnen zijn bij de goedkeuring van het
bestemmingsplan Centrum-Meireweikes. Het antwoord van gedeputeerde
staten ware schriftelijk aan de raad uit te brengen.
De heer GELIJNS vindt, dat geen risico mag worden genomen met
het plan Centrum-MeireweikesHet heeft al lang genoeg geduurd.
De VOORZITTER wijst er nog op, dat het plan Centrum-Meireweikes
eerst in verband met de vakantie in augustus 1977 in de 'bommissie"
komt o
De heer AKKERMANS wil als belanghebbende niet verder op de discussie
ingaan. Spreker complimenteert het college vanwege de objectieve
stelling in het preadvies. Verder wijst spreker er op, dat er bij
bestemmingsplannen naast b.v. een onderzoek door het CIMK, vele
instanties moeten worden geraadpleegd op kosten van de gemeente.
De VOORZITTER memoreert dat een ontwerp-bestemmingsplan naar een
twintigtal instanties gezonden moet worden.