5
regeling»
De heer AKKERMANS informeert naar realisering van de persleiding
naar Waarde»
De VOORZITTER licht toe, dat de minister in september 1976 een
bespreking heeft gehad met het waterschap West-Brabant» Het Water
schap heeft opdracht gekregen op welke wijze de afvalwaterzuivering-
het beste kan geschieden: 6f de afvalwaterpersleiding naar Waarde,
5>f gedeeltelijke aansluiting van een aantal kernen op de afvalwater
persleiding plus een aantal plaatselijke zuiveringeno
Voor beide objecten zijn cijfers op tafel gelegdo De uiteindelijke
beslissing van de minister wordt in mei 1977 verwacht®
De heer AKKERMANS vraagt zich af of de ophoging van het terrein
met gemiddeld kO centimeter voldoende is.
De VOORZITTER wijst er op, dat bestaande stukken (waterloop enz.)
niet worden opgehoogd.
De heer AKKERMANS spreekt uit naam van enkele bezwaarden, die ver
zoeken de mogelijkheid te bezien om een uitrit naar een nieuw aan
te leggen straat (plein). Hierdoor kan wellicht tegemoet worden
gekomen in het belang van de verkeerssituatie.
De VOORZITTER memoreert, dat de aandacht hierop gericht is, doch
het college is ©r nog riiet uit gekomen. Er moet n.l. een groen
strook voOr worden onderbroken. Nagegaan moet nog worden of dit
reël is en of er mogelijk nog een parkeerruimte dient te worden
aangelegd» In detail moet dit nog worden bezien. Het heeft wel
de aandacht.
De heer AKKERMANS is blij met het distributief-planologisclx onder
zoek» Hierdoor wordt gewerkt aan een objectief onderzoek, waarbij
alle partijen zijn gediend.
De VOORZITTER wijst er op, dat dit onderzoek de gemeente wel een
paar centen kost» Mogelijk kan het betaald worden uit de reserves
voor structuurplannen. Anders zal er een krediet voor beschikbaar
gesteld moeten worden. Het onderzoek zal 9 a 11 maanden vergen.
De heer GELIJNS vraagt wat wordt verstaan onder "Tuin en erf II"
langs de waterloop van de Dreef, waar in het bezwaarschrift van
het waterschap Heerjansland wordt gedoeld.
De VOORZITTER licht toe, dat hierop niet mag worden geplant. De
bedoeling is, dat via deze strook de waterloop moet kunnen wor
den gereinigd»
De grond mag wel in gebruik zijn bij mensen die dat wensen® Gelet
op de ligging van die waterloop kan ook de reiniging gemakkelijk
vanaf de andere zijde plaats vinden» De keur schrijft voor dat er
een ruimte van vier meter langs de sloot moet zijn.
De heer GELIJNS zegt dat deze strook ook nodig is voor* de afvoer
van de specie. Spreker doet de suggestie op deze strook een gras
strook te leggen met een speelweide voor de jeugd.
De VOORZITTER wil liever een grasaanleg bevorderen in overleg met
degenen die daar komen wonen.
De heer GELIJNS wijst er op, dat reiniging van de waterloop langs
mechanische weg moet kunnen plaatsvinden.
De VOORZITTER kan er wel mee eens zjjn, dat er een beperkt gebruik
van gemaakt kan worden.
De heer MARCELISSEN vraagt zich in gemóede af, ondanks de gesprek
ken die de gemeente met het waterschap West-Brabant heeft gehad,
of dit schap ernst met de zaak maakt en dat het de gemeente een
garantie kan geven dat er binnenkort iets zal gedaan worden.
Spreker wijst nog op het Koninklijk Besluit van 3 december 1976.