- 16 -
zes wachtmeesters en omdat Stampersgat ook bij bet rayon behoort,
nog twee wachtmeesters»
De planning is zo, dat er in totaal 10 politiemensen in de groep komen.
Wat er is blijft. De rangsituatie wijzigt. De politiemensen blijven.
Het gebouw blijft.
De heer AKKERMANS vraagt of de kwaliteit van de groep ook blijft.
Dit wordt door de VOORZITTER bevestigd.
De heer AKKERMANS spreekt nog over de "wijkagent" welke in de stad
wordt ingezet, om zodoende een prettige verhouding te kweken tussen
de bevolking en de politie. Spreker was bevreesd, dat dit met de
nieuwe opzet van de politie-organisatie teniet zou worden gedaan.
De VOORZITTER ontkent dit.
Spreker memoreert, dat getracht wox^dt meer surveillance te doen,
indien er meer mensen zijn.
Gezien de opleidingen van de laatste jaren zit het er in, dat het
aantal kan worden uitgebreid.
b. De heer DE JONGH heeft een drietal schriftelijke vragen voorge
legd. Q
De eerste vraag betreft de provinciale opslagplaats in de Steen
straat. Daar deze opslagplaats de eerstkomende jaren nog wel in
gebruik zal worden gehouden is de vraag of deze niet aan het oog
zou kunnen worden onttrokken door deze te voorzien van een houtwal,
zodat dit voor de bewoners van plan Zuid een niet meer zo hinder
lijk gezicht behoeft te zjjn.
De VOORZITTER wijst ex1 op, dat dit eqn aangelegenheid is van de
provincie.
Spreker is van mening dat de provincie voor het aan het oog ont
trekken gevoelig zal zijn.
Spreker zal het doorspelen aan de provincie.
c. De tweede vraag van de heer DE JONGH betreft de polderwateren
in de gemeente» Bestaat er een mogelijkheid om de wateren te zuiveren
van vuil afvalwater. Het gaat hier met name om de Bansloot. Wanneer
deze gezuiverd zou kunnen worden van vuil afvalwater hebben we al
de polderwateren van. zuiver water voorzien.
Dit zou het milieu in de gemeente zeer ten goede komen. Zou het
geen aanbeveling verdienen strengere maatx'egelen in deze te nemen
tegen vervuilende industrieën in de gemeente en zelf een gedeel-
telijke zuivering toe te passen op de gemeentelijke riooluitgang
door middel van bepaalde installaties.
De VOORZITTER memoreert in dit verband de bespreking van afgelopen
maandagmiddag met het waterschap West-Brabant omdat de zuivering
van het afvalwatex' bij uitsluiting is opgedragen aan het Waterschap
West-Brabant, en niet aan welke instantie dan ook. Ook niet aan het
plaatselijk waterschap.
Gemeentelijk bezien is ei' op een gegeven moment een punt achter
gezet, omdat de taak is overgenomen door het waterschap West-Brabant.
Het waterschap West-Brabant heeft in september 197^ een bespreking
te dezer zake gehad met de minister. Het waterschap heeft toen de
opdracht gekregen om in het werkgebied na te gaan welke werkzaamheden
dienen te worden verricht om zo goed mogelijk de zuivering van het
afvalwater te verkrijgen.
Oorspronkelijk was het de bedoeling dat een aantal gemeenten zouden
moeten aansluiten op de persleiding naar Waarde. Inmiddels zijn er
andere ideeën gegroeid. Het rijk meent, dat in de achterliggende
jaren in totaliteit gezien een zodanige vervuiling vari het opper
vlaktewater heeft plaatsgevonden, dat zelfs aan uitmondingen of in
de nabijheid van uitmondingen, welke op rijkswater lozen, zuiverings
installaties dienen te worden gebouwd.