- 16 -
De heer AKKERMANS merkt op, dat de Markt drie functies zou hebben:
een woonfunctie, parkeersfunctie en een verkeersfunctie.
Spreker ziet de bussen van de B.B.A. als een verkeersfunctie.
Als de bussen elders worden geparkeerd Veerkensweg) dan blijft er
voor de Markt over een woonfunctie en een parkeerfunctieSpreker
zegt, dat het aantal bewoners aan de Markt sedert de laatste 15 jaar
tot ongeveer 1/3 is teruggelopen. Voor de bewoners is er derhalve
weinig parkeergelegenheid nodig op de Markt. Parkeren ten behoeve van
winkels en kerkgangers is wel nodig. Spreker pleit voor toch parkeer-
mogelijkheid op de Markt.
De VOORZITTER vindt dat de Markt in het kader van de reconstructie
geheel parkeervrij moet worden gemaakt.
Spreker vindt het helemaal geen probleem als er op een honderd meter
afstand een parkeergelegenheid is. Twee minuten lopen om een winkel
te bereiken behoeft toch geen bezwaar te zijn.
Spreker memoreert, dat de uiteindelijke plannen, ook stedebouwkundig
aan de raad worden voorgelegd. In de bestemmingsplannen worden ook
parkeergelegenheden gecreëerd.
Spreker heeft de overtuiging, dat indien er een verkeerscirculatiep^fci
gemaakt zou worden, het wandelgebied wellicht nog groter zal worden.
De VOORZITTER vindt het aantrekkelijk een wandelgebied te hebben in
het nieuwe plan Centrum-Meireweikes
Mevrouw HENDRICKX vraagt of de B.B.A. een standpunt heeft bepaald met
betrekking tot het parkeren voor bussen op de plaats van de huidige
pastorie.
Spreekster wil ook de pastorie handhaven en een andere bestemming ge
ven, bijvoorbeeld voor de bibliotheek.
De VOORZITTER kan hieromtrent op dit moment niets zeggen. Dit alles
moet nog worden bezien. Het terrein van de pastorie is groot. Er zijn
vele mogelijkheden. Een grote nieuwe school kan er misschien ook nog
worden gebouwd.
De heer DE JONGH doet de suggestie om een instructielokaal voor de
brandweer in regionaal verband te doen oprichten en niet plaatselijk.
Dit werkt kostenbesparend en kan effectiever worden ingericht.
De VOORZITTER vindt het idee de moeite van het overwegen waard. Een
aantal jaren wordt al regionaal samengewerkt. Ondanks dit samenwerken
wordt door de minister van binnenlandse zaken veel aandacht geschon
ken aan de vrijwillige brandweer, die in elke gemeente dient te blijv^^
bestaan. Ook in het kader van de reorganisatie van de algemene hulp-^
verlening rampenbestrijding. De vrijwillige brandweren blijven een be
langrijke rol spelen. Tengevolge van de ontwikkeling van de' brandweer
zal de taak van de brandweer niet uitsluitend zijn het blussen van
branden, doch zal, zoals thans al te merken is, uitgebreider worden.
Gelet op de ontwerp-wet Rampenbestrijding, welke nu bij de Kamer is
ingediend, zal de taak nog meer toenemen. Per gemeente dient dan d«
beschikking te moeten zijn over het benodigde materieel, teneinde
onmiddellijk paraat te zijn.
Momenteel is de brandweerkazerne te Oud Gastel onvoldoende om de
nodige paraatheid te hebben. Ze is ook onvoldoende om die cursussen
te geven die direct bij het materieel dienen te- worden gehouden.
Een centraal regionaal instructielokaal kan een verlichting betekenen,
doch tot nu toe is hieromtrent nog geen onderzoek ingesteld.
De VOORZITTER wil er echter wel aandacht aan schenken.
De heer DE JONGH wil dit nog eens extra benadrukken. Een instructie
lokaal kan regionaal. Het opbergen van materieel moet voor het goed
functioneren zo goed mogelijk worden opgeborgen.