16Begrotingswijzigingen (classificatienr. -2.07.352.11
In verband met het aanhouden van agendapunt 15 zijn er geen begrotings
wijzigingen vast te stellen.
17Rondvraag
a. Van de heer VAN MERRIENBOER zijn vier schriftelijke vragen binnenge
komen.
De eerste vraag luidt:
Bij het storm en regenweer van ie voorbije week is de Mark in Stampers
gat buiten haar oevers getreden.
Is hier van een ernstige situatie van wateroverlast sprake geweest,
zo ja hoe zou dit in de toekomst voorkomen kunnen worden?
De VOORZITTER kan mededelen dat er geen ernstige overlast van water
is geweest in de zin van de gemeente uit bekeken. Er is wel overlast
van water geweest uit de aard van de zaak omdat op een gegeven moment
de Mark 1.10+ stond. Dit had ten opzichte van sloten die uitmonden ofA
de Mark gevolgen en zijn bepaalde percelen onder water gekomen. Dit i^
overigens een aangelegenheid voor het waterschap en niet van de gemeen
te
De heer VAN MERRIENBOER vraagt nader of het hoge water kan worden voor
komen.
De VOORZITTER zegt dat storm en bepaalde situaties opstuwing van water
kan bewerkstelligen. Dit is een natuursituatieDe waterschappen, die
in een verband gaan functioneren houden zich met deze aangelegenheden
terdege bezig. Vooral wat het buitenwater betreft. Er is een heel sys
teem van dijkbewaking ingesteld, waarbij de gemeenten die er bij zijn be
trokken zijn ingeschakeld om tesamen die maatregelen te treffen welke
noodzakelijk zijn.
De heer VAN MERRIENBOER merkt op, dat het grondcomplex "Dintel" kort
bij de Mark komt. De VOORZITTER merkt op, dat de ophoging van het ter
rein wordt geregeld in overleg met het waterschap. Omdat het een na-
tuuraangelegenheid is kan men nooit van tevoren zeggen dat het nimmer
zal gebeuren.
Er worden wel de nodige waarborgen geschapen. Gehoopt wordt dat er zich
geen rampsituaties zullen voordoen. ffc
b. De tweede schriftelijke vraag van de heer VAN MERRIENBOER is als
volgt.
Begin december heeft een stemming plaats over de ruilverkaveling Oud
Gastel-Oudenbosch.
In hoeverre is onze gemeente hierbij betrokken en indien stemgerechtigd,
hoe is het standpunt van het college in deze positief of negatief?
De VOORZITTER zegt, dat de> stemming plaats vindt 1 december 1977.
Aangezien de gemeente een agrarische gemeente is, is het standpunt
uiteraard positief. Het doel van de ruilverkaveling is primair het
dienen van de agrarische belangen. Het is een vanzelfsprekende zaak
dat de gemeente daar positief tegenover staat. Het college in ieder
geval. De zaak is ook aan de orde geweest bij de samenstelling van de
commissie van advies, waarvan de voorzitter van de raad onder andere
deel uitmaakt alsmede een van de raadsleden. Toen is al gesteld dat
de gemeente positief tegenover de ruilverkaveling zou staan.