De heer AKKERMANS vraagt met betrekking tot punt "d" of de grote
stijging van de kosten verband houdt met uitvoering van uitbreidingen
van de onderscheidene woonwagenkampen. Het verschil is ruim twee ton.
Overigens wordt het grootste gedeelte van de kosten door het rijk ver
goed. De organisatiekosten zijn echter iets minder. Met andere woorden:
met dezelfde krachten wordt meer uitgevoerd.
De VOORZITTER licht toe, dat de verbeteringen aan woonwagencentra via
het woonwagencentra Roosendaal ter goedkeuring dienen te worden inge
zonden aan het ministerie van C.R.M. Dit ministerie beoordeelt de
plannen aan de hand van richtlijnen. Bij akkoordverklaring worden de
kosten voor 95$ voor rekening van 's-rijks kas genomen.
Bij niet goedkeuring mogen de kapitaalsinvesteringen wel worden opge
nomen in de uitgaven van het woonwagencentrum van de betreffende ge
meente, doch worden voorlopig dan nog niet gesubsidieerd.
Om met dezelfde personeelsbezetting de werkzaamheden te vervullen is
wel een zware opgave, doch tot nog toe is het mogelijk.
Tot goed begrip zegt de VOORZITTER dat de benaming van de gemeenschap
pelijke regeling is: woonwagencentra West-Brabant.
De heer VAN MERRIENBOER constateert, na lezing van de ontwerpbegrotir^
van het Werkvoorzieningsschap (punt "c") dat er uit de gemeente Oud
en Nieuw Gastel een 50-tal mensen bij het werkvoorzieningsschap zijn
betrokken.
Ook werken er mensen uit andere gemeenten. Spreker vraagt naar de
verdeelsleutel van de kosten.
De VOORZITTER licht toe, dat eerst de objecten de goedkeuring moeten
hebben van het bestuur van het werkvoorzieningsschap. Na goedkeuring
wordt nagegaan welke personen geschikt zijn cm het werk uit te voeren.
Zo is het mogelijk dat werk in de ene gemeente door mensen uit een an
dere gemeente wordt uitgevoerd. In feite wordt dus gezamelijk de last
gedragen.
Gestreefd wordt om zoveel mogeljk mensen uit de eigen gemeente in de
eigen gemeente tewerk te stellen. Plaatsing in een andere gemeente kan
alleen met toestemming van de betrokkene, die als werknemer bij het
werkvoorzieningsschap in dienst is. De kosten worden omgeslagen op
basis van het aantal mensen dat in de werkplaats werkzaam is. De over
heidskosten worden omgeslagen op basis van het inwonertal van de ge
meente
Met betrekking tot punt "j", vuilverbranding vindt de heer VAN MERRIE^
BOER dat verbranding de meest hygiënische zaak is. Door een aantal ge
meenten is destijds "afgehaakt"Spreker vraagt of er toch nog een mo
gelijkheid is, dat meerdere gemeenten deelnemen om daardoor de kosten
per gemeente te verlichten.
Het openbaar lichaam vuilverbranding hoopt dat deze mogelijkheid aan
wezig blijft. Dit is ook inderdaad aanwezig.
Ook onderschrijft spreker dat het vuil verbranden voor de regio de
meest goede methode is. De belangstelling van een aantal gemeente is
toch wel blijvende. Een tweetal gemeenten hebben onlangs weer contact
gezocht. Dit wil niet zeggen dat deze gemeenten binnenkort zullen
toetreden. Het hangt ook af van het al dan niet volgestort zijn van
de aanwezige stortplaatsen.
Er zijn gemeentendie met particulieren overeenkomsten ^.bben gesloten
terzake van storten van huisvuil. Spreker hoopt verder de wet op de
verwerking van afvalstoffen (het ontwerp is of zal bij de Kamer worden
ingediend) zo snel mogelijk zal worden aangenomen. Deze wet geeft na
melijk aan dat het provinciaal bestuur genoodzaakt zal worden een to
taal provinciaal plan te maken voor de vuilverwerking. Het zal dan per
regio worden bekeken. Bij storten zal dan een betere controle plaats
vinden. Het provinciaal bestuur kan dan ook zeggen dat in bepaalde
gebieden niet gestort mag worden en dat tot vuilverbranding moet wor
den overgegaan.