De heer VAN MERRIENBOER zou graag een termijn willen zien, waarbinnen
een meer definitieve regeling in het vooruitzicht wordt gesteld. Bij
voorbeeld een termijn van vier jaar.
Spreker stelt uitdrukkelijk dat het aanvaarden van het voorliggende
voorstel zeker niet gezien mag worden als een definitieve oplossing.
De VOORZITTER kan er in meegaan, dat de raad het voorliggende voor
stel aanvaard en het college van burgemeester en wethouders opdracht
wordt gegeven al het mogelijke te doen om te bevorderen dat zo snel
mogelijk een definitieve regeling op tafel komt. De zaak moet niet
op de lange baan worden geschoven.
Er moét wel een beslissing worden genomen, omdat de zaak rondom de
voorzitterskeuze per 1 januari 1978 geregeld moet zijn.
De heer RUIJTEN bevestigt dat het bestuur van het streekgewest zich
echt wel bewust is, dat het straks anders zal moeten. De voorliggende
wijziging is voorlopig de beste oplossing, om goed te kunnen functione
ren
De heer GELIJNS kan zich met het voorstel met betrekking tot het voor
zitterschap wel verenigen, doch ten aanzien van artikel I, sub D en F,
waarin de mogelijkheid wordt geschapen, dat de burgemeester lid kan
worden van de gewestraad, wil spreker laatstgenoemde bepaling laten w
vervallen en hiervoor in de plaats stellen dat de door iedere ge
meente aan te wijzen leden van de gewestraad ten hoogste één lid van
het college van burgemeester en wethouders mag bevatten, dit om te
voorkomen dat de gewestraad weer een club wordt van burgemeesters,
waarin het gewone raadslid weer te weinig inspraak heeft.
De VOORZITTER merkt op, dat gezien de afvaardigingen in de gewestraad
men niet bevreesd hiervoor behoeft te zijn. In de gemeente is duidelijk
gesteld, dat de vertegenwoordiging uit de raad moet komen.
De burgemeesters maken wel deel uit van de adviesraad, zodat bij de
voorbereiding van de besluitvorming van de zijde van het college van
burgemeester en wethouders voldoende relatie bestaat. Spreker vindt
het dan ook niet nodig dat er een wethouder als vertegenwoordiger in
het streekgewest wordt aangewezen. Spreker zegt verder dat de gemeen
teraad zelf kan bepalen om een wethouder af te vaardigen. Immers een
wethouder is ook raadslid. De gemeenteraad heeft hier zelf de keus.
De heer GELIJNS ziet in het voorliggende voorstel de mogelijkheid, dat
een burgemeester en een wethouder afgevaardigd-kunnen worden.
Dit zou de VOORZITTER een heel onverstandige beslissing van de gemeen-^
teraad vinden. O
De heer AKKERMANS memoreert de betreffende discussie hierover in de
gewestraad. In de gewestraad was weinig verzet tegen de wijziging van
de regeling. In de gemeente Roosendaal en Nispen was iets meer verzet,
doch de grote meerderheid heeft het voorstel aangenomen. Ook het colle
ge van advies en bijstand heeft het zonder meer aangenomen.
De burgemeester van Roosendaal ca. en Bergen op Zoom gaan beurtelings
het voorzitterschap waarnemen. Spreker meent dat dit een goede zaak is.
Hierdoor ontstaat meer zekerheid voor een goed samenspel tussen het
gewest en de grote gemeenten. De vraag kan worden gesteld of dan de
samenwerking niet té goed wordt. Spreker is daar niet bang voor, ge
zien ook dezelfde gedachte van de gewestraad. Er wordt door alle ge
meenten,, ook de kleinere, geprofiteerd van de instanties van de grote
gemeenten.
Dit is een belangrijk punt. Hierdoor wordt het ook voordeliger. Er moet
voor worden gewaakt dat er geen vierde bestuurslaag komt. De formule
die thans is gevonden is volgens spreker een versterking van het lokaal
bestuur, hetwelk ook een principieel standpunt is van de gewestraad.