- J> -
De voorstellen van de VOORZITTER worden zonder hoofdelijke stemming met
algemene stemmen aanvaard»
4. Ingekomen stukken
advies; nr. 76«059)
Mevrouw AKKERMANS maakt naar aanleiding van punt "a" de aantekening
dat de betreffende personen, die deze zakén behandelen, uiterst
voorzichtig drenen te zijn met mededelingen, welke een bepaalde hoop
geven, welke achteraf niet bewaarheid kan worden. Mensen worden
hierdoor in moeilijkheden gebracht.
De VOORZITTER memoreert, dat planologische situaties jaren tyd kunnen
vergen.
De VOORZITTER neemt nota van het gestelde en zal dit te besterader
plaatse onder de aandacht brengen.
Spreker inerkt op, dat het in het onderhavige geval geen onvoorzichtig
heid is, doch enthousiasme.
De heer VAN MERRXENBOER informeert naar de consequenties van het
schrijven van gedeputeerde staten van 21 juli 1976 (punt "u") tegen
de achtergrond van de beslissing van de gemeenteraad van 28 april
1976 de voorgestelde maatregelen van gedeputeerde staten terzake
van perifere detailhandel af te wijzen.
Met name vraagt spreker wat de maatregelen welke gedeputeerle staten
wensen te treffen in feite in zullen houdens volstrekte afwijzing
of toelating onder voorwaarden, of wordt de gemeenteraad gevraagd
terug te komen op de beslissing van 28 april 1976. Verder vraagt
spreker wat in feite een democratisch genomen beslissing met meerder
heid van de raad dan nog betekent.
De VOORZITTER zegt ten aanzien van een democratische meerderheids-
beslissing dat het onderhavig besluit de goedketiring behoeft wi een
hoger lichaam (gedepxiteerde staten), welke doedkeuring voortvloeit
uit een door de volksvertegenwoordiging op democratische wijze tot
standgekomen wet.
De democratie is als zodanig niet in het geding.
Het is voorts niet de bedoeling van gedeputeerde staten dat de raad
terug dient te komen op een reeds eerder genomen beslissing28 april
1976).
Volgens de mening van gedeputeerde staten heeft de gemeenteraad een
onjuist besluit genomen. Daarom schrijven gedeputeerde staten het kom-
plan Stampersgat vast te stellen en een voorbereidingsbesluit te nemen
ten aanzien van het industrieterrein, gelegen tussen Steenstraat -
Neerstraat - Roosendaalsebaan.
Burgemeester en wethouders hebben hieraan gevolg gegeven en de betref
fende voorstellen (agendapunten 11 en 12) zijn aan de raad voorgelegd.
Indien gedeputeerde staten zelf een besluit nemen doen zj dit op
grond van artikel 8 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, op grond
waarvan zij hiertoe bevoegd z\jn, indien de raad niet op de juiste
wjjze handelt. Gedeputeerde staten menen, dat 28 april 1976 een niet
juiste beslissing is genomen door de raad.
De gemeenteraad dient een beslissing te nemen vóór 1 september 197^.
De VOORZITTER is van mening dat voorkomen moet worden, dat anderen
(i.e. gedeputeerde staten) beslissingen gaan nemen, die de raad zelf
kan nemen.
De VOORZITTER is van mening, dat gedeputeerde staten geen voorwaarden
zullen stellen om toch perifere detailhandel te kunnen toestaan.
Zonder hoofdelijke stemming worden met algemene stemmen de ingekomen
stukken overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders voor
kennisgeving aangenomen.