- 5 -
Opknappen van de oude banen voor 10.000,-- vindt zowel de Tennis
vereniging als spreekster weggegooid geld. Gezien de leeftyd van de
banen wordt niet aangenomen, mede gezien de toestand van de banen,
dat met 100000,de banen zodanig opgeknapt kunnen worden, dat
deze dan weer jaren meekunnen.
Wellicht kan het meer een gevoelskwestie zijn dan een feitelijke.
Spreekster doet als eerste voorstel de derde baan zonder meer aan te
leggen.
Het tweede voorstel is aanvullend, n.l. in een later stadium, indien
hiervoor geldmiddelen aanwezig zijn te bezien op welke wyze de bestaan
de banen zullen worden opgeknapt, c0q. veranderd in gravel.
De heer DE JONGH vindt het onverantwoord op dit moment van beperkte
geldmiddelen een derde tennisbaan aan te leggen. Over een paar jaar
komt men toch voor de uitgaaf te staan van het opknappen van de
twee andere banen.
Spreker stelt zich voor alleen de bestaande banen op te knappen,
dan beschikt men weer over twee goede banen. De VOORZITTER is het
niet met de heer DE JONGH eens, dat de bestaande banen slecht zijn.
Ze zijn minder goed.
Voorts vraagt de heer DE JONGH zich af of de banen goed zijn gesitueerd
en de ligging goed is.
De VOORZITTER zegt dat omtrent de ligging overleg heeft plaatsgevonden
met de tennisvereniging. Ook in het kader van de ruilverkaveling is
de situering alleen mogelijk zoals thans wordt voorgenomen.
Spreker merkt nog ten aanzien van de financiën van de gemeente op, dat
in het preadvies duidelijk is vermeld, dat het voor de gemeente uit
financiële overwegingen het goedkoopste voorstel het meest aanvaard
bare is.
Bovendien hebben burgemeester en wethouders zoveel mogelijk rekening
gehouden met de wensen van de tennisvereniging.
Naar aanleiding van de vraag van de heer DE JONGH de banen te ver
plaatsen deelt de VOORZITTER mede, dat dit een onmogelijke zaak is.
De VOORZITTER betrekt hier mede bij, dat de tennisvereniging nabij de
banen zelf investeringen heeft gepleegd, (kantine)
De heer DE JONGH is voorts van mening dat aangelegenheden als de
onderhavige een goede voorbereiding voor de raad vereist, welke het
best zou kunnen geschieden door een raadscommissie. De VOORZITTER
heeft hieromtrent een andere mening. De VOORZITTER heeft er geen
behoefte voor al dergelijke zaken commissies te gaan benoemen.
Het is de heer MARCELISSEN niet duidelyk waarom de heer De Jongh de
tennisbanen wil verplaatsen. Spreker is van mening dat verplaatsen
altijd duurder is.
De heer DE JONGH geeft als verklaring dat de wortels van oude bomen
de speelvelden van de tennisbanen omhoogwerken.
De VOORZITTER voegt hier aan toe, dat in het kader van riolering de
oude bomen gekapt zullen worden en vervangen door nieuwe beplanting.
Mevrouw AKKERMANS memoreert dat de bomen rondom de banen vooral in het
najaar met vallende bladeren ongemak veroorzaken. Spreekster is verder
van mening dat de huidige banen bij de aanleg niet goed zijn behandeld.
Spreekster vindt overigens de ligging tussen bomen intiem en voor
spel van belang door weinig wind.
Spreekster zou zich voorstellen dat de tennisvereniging bij het aan
brengen van gravel het onderhoud voor haar rekening neemt. De VOOR
ZITTER heeft hier niet al te veel vertrouwen in. Dit valt in de
praktyk erg tegen.
Mevrouw AKKERMANS ziet het toch als een mogelijkheid.
De heer AKKERMANS heeft begrepen dat de aanleg van een derde baan
het belangrijkste is.