- 5 - zienlijke bekorting in tijd kan plaats vinden, terwijl eveneens de provinciale planologische diensten met de daarbij behorende com missies sneller de zaken moeten afdoen en dat kan, wanneer niet op elk detail wordt ingegaan en wanneer men zich wat meer distan- cieert van groepen of personen die omtrent hinder van bebouwing of schade voor het milieu meningen verkondigen welke zonder meer overdreven moeten worden genoemd, waardoor by een dergelyke in breng tyd en geld verknoeid wordt, hetwelk zonder meer voor een goede ontwikkeling van een gemeente funest is te noemen. Het is zaak dat van de zijde der gemeenten hierop met nadruk wordt gewe zen en dat onze taak als bestuurders niet wordt beknot door deze of gene die meent het perse beter te weten en probeert op de stoel van een gemeentebestuur te gaan zitten. Het plan Stampersgat is met opmerkingen van de commissie bestemmings plannen terug gekomen en kan volgens de mening van de commissie in procedure worden gebracht ter verkrijging van de goedkeuring van ge deputeerde staten. Het is echter noodzakelijk dat eerst hierover weer moet worden gesproken omdat ons college het niet eens is met het door de commissie genomen besluit. Het plan omvat de bouw van een 70-tal woningen; een klein plan dus en iri overeenstemming met de mogelijkheid welke voor Stampersgat haalbaar is. Men wil nu dat dit plan in 2 delen wordt uitgevoerd, zodat in totaal 12 jaren wordt gedaan over de uitvoering; een gedeelte dient dan voorlopig als landelijk gebied te worden bestempeld om dan na 6 jaren aan het zg. 2e gedeelte te kunnen beginnen. We kunnen ons wat het bouwen van woningen betreft verenigen met het uitvoeren in 12 jaren in het kader van de exploitatie-opzetmaar niet met een fasering in het kader van het bouwrijp maken. We willen het gehele plan bouwrijp ma ken, zodat dit uit economisch oogpunt bezien aanzienlijk voordeliger is en beter uitvoerbaar, zoals b.v. ten aanzien van riolering, stra ten, leidingen, enz. Hieromtrent zal nu 5 februari a.s. weer een gesprek moeten plaats vinden. We zijn overigens wel van mening dat dit plan past in de ontwikkeling van de zg. kleine kernen en niet in strijd is met de gedachte van het streekplan West-Brabant. In een verschenen artikel van de hand van de heer Eikhuizen, - u hebt dit vandaag nog kunnen lezen - hoofd afdeling gemeentelijke plannen van de PPD wordt een aantal kaders aangegeven waarbinnen de ontwikkeling van kleine kernen zich in planologisch- en stedebouwkundig opzicht dient te voltrekken. In de uiteenzetting wordt gesteld dat daar de groei van vele kleine kernen m het verleden buiten proportie groot is geweest thans vanuit de planologische hoek het onaanvaardbaar wordt uitgesproken over plan nen die beogen kleine kernen nog belangrijk verder uit te breiden. Aan het vraagstuk van de kleine kernen zijn verschillende aspecten te onderkennen. Met name het maatschappelijk probleem (leefbaarheid by inkrimping van de groeimogelijkheden) dat velen zien ontstaan als gevolg van een strakker overheidsbeleid, vraagt veel aandacht. Onder kleine kernen worden verstaan alle kernen met een inwonertal kleiner dan 5000. De grens van 5000 is enigszins willekeurig in die zin dat het getal dient om de gedachten ten aanzien van de omvang nader te bepalen. Wel mag worden opgemerkt dat het getal 5000 ook in de tweede nota over de ruimtelijke ordening is gebezigd en dat in talloze planologische onderzoekingen met betrekking tot kleine kernen dit cijfer eveneens gehanteerd wordt als een "bovengrens". Geen algemeen geldende norm omdat verschillen voorkomen in aard, om vang en funktie tussen deze kleine kernen.

Raadsnotulen

Oud en Nieuw Gastel: 1938-1980 | 1976 | | pagina 5