- 7 -
Maar ze willen het onderste uit de kan ten koste van de leefbaarheid
van het centrum. En tenslotte wat ook tragisch is:het bestaande
Transportbedrijf wil deze hal afstoten omdat het daartoe zijdelings
werd gedwongen door het ingrijpen via oneerlijke concurentie van een
Semi-overheidsbedrijf (zie de balans van de N.S.) en daarmee ons zelf
standig Intramast (waar we terecht trots op zijn) oneerlijk beconcureert
Dat is beneden peil. En dat is de hoofdreden dat er mensen bij Intramast
weg zouden moeten en dat deze hal moet worden afgestoten. Wij worden
hier aangevallen enerzijds door een Multi-national deel en anderzijds
door een Overheidsbedrijf.
Kan het dramatischer?
Wij moeten akkoord gaan, mjjnheEr de voorzitter, met het verzoek van
gedeputeerde staten.
De VOORZITTER dankt de heer Akkermans voor zijn uitvoerig betoog, het
welk zeer aangenaam is vertolkt.
De heer VAN MERRIENBOER geeft zijn mening als volgt.
Mijnheer de voorzitter,
De wijziging van bestemmingsvoorschriften van een bestemmingsplan is
geen lichtvaardige zaak. Heb ik het goed begrepen uit het preadvies,
dan is het doel van de voorliggende wijziging ongewenste vestigingen
van detailhandelszaken tegen te gaan in onze gemeente. Hier wordt dus
de gemeentelijke overheid als partij betrokken bij een zaak, waarover
op het ogenblik veel over te doen is, n.l. de invloed van de overheid
op het bedrijfsleven.
Het is voor mij een principiële zaak. Ik vind dat wanneer de overheid
garanties kr\jgt in deze inzake het financieel beleid in de onderneming,
het medezeggingsschap van de werknemers en de structuur van de onderneming,
dat zij hieraan haar medewerking moet verlenen, anders niets.
Van de zijde van de ondernemers echter, ook midden- en kleinbedrijf,
wordt hiertegen stelling genomen. Zij eisen vrijheid van onderneming
en productie en vrijheid van concurentie. Deze vrijheid moeten ze niet
alleen aan zichzelf, doch ook aan anderen geven. Daarom ligt Jlet mjjns
inziens op de weg van de gemeente in deze zaak geen partij te kiezen,
noch voor de grote onderneming, noch voor de kleine bedrijven of midden
standers. Ze dienen het zelf in hun eigen organisatie van midden- en
kleinbedrijf op te lossen. Dat er ongewenste ontwikkelingen zijn is wel
duidelijk. Het is een kwestie van een goed landelijk beleid in deze met
garanties voor minimum inkomsten voor middenstanders en een goede
sociale positie voor de kleine ondernemer en distributie van logische
maatregelen op regionaal niveaxi.
Met de voorliggende wijziging van de bestemmingsvoorschriften bereiken
wij mijns inziens niei veel» Vnncia.Q.2dni ik tegen deze wyziging ben»
De VOORZITTER gaat eerst in op het betoog van de heer Akkermans, die
gemeend heeft naar aanleiding van de circulaire van gedeputeerde staten
en verwijzende naar eerder door de gemeenteraad genomen besluiten te
moeten stellen dat de gemeenteraad destijds goede besluiten heeft genomen.
Spreker onderschrijft dit. De gemeente Oud en Nieuw Gastel is geen
industriële gemeente. Zij mag het ook niet zijn en zij mag het ook niet
worden. Het is wel zo, dat de kleine kansen die de gemeente destijds
zijn geboden, zijn aangegrepen te proberen een bepaald gedeelte van de
gemeente tot industriegebied te bestemmen, voor zover het toelaatbaar
werd geacht voor bedrijven annex aan handel, nijverheid en industrie.
Het begrip industrie is erg duidelijk; het begrip nijverheid zal ook
duidelijk zyn; het begrip handel zal iets minder duidelijk zijn, omdat
handel uit twee begrippen bestaat, Handel betekent ook handel drijven
vanuit b.v. een overslagbedrijfomdat daar, zoals ook terecht in de
brief van het betrokken bedrijf is vermeld, een gedeelte kan worden
ingericht, om vandaar uit die handel te spreiden over een bepaald gedeel
te van Nederland.