- 17 -
Volgno. 92
Mevrouw AKKERMANS komt terug op de mededeling van de voorzitter,
dat een rjksdaalder per inwoner moet worden betaald om voor rijks
subsidie in aanmerking te kunnen komen. De raad was hiervan niet
op de hoogte.
De VOORZITTER merkt hierbij op, dat het streekgewest hiervan wel op
de hoogte was. Het streekgewest maakt de begroting. Het is wel dui
delijk dat het streekgewest niet met rigoureuze verhogingen kan
komen, alleen om subsidie te verkrijgen.
Spreker wil alleen aantonen, dat de uitgaven nog niet zo hoog zjn,
dat subsidie verkregen kan worden.
De heer DE JONGH haakt in het algemeen in op samenwerkingsverbanden
en gemeenschappelijke regelingen, daar dit in het algemeen veel
geld gaat kosten en de raad hier betrekkelijk weinig inzicht in heeft,
De begrotingen van de onderscheidene regelingen liggen wel ter inzage
bj de ingekomen stukken van de raad. Het is echter onmogelijk om op
korte termjn bj de tervisielegging dit alles te bestuderen.
Spreker stelt voor bj iedere binnenkomende begroting van samenwer
kingsverbanden een raadscommissie ad hoe te benoemen ter bestudering
van de betreffende begroting,.
De VOORZITTER antwoordt hierop dat dit zeer vermoedeljk wel niet
door zal gaan. De raad besluit n.l. tot het aangaan van een gemeen-
schappeljke regeling. In die regeling is bepaald wie namens de ge
meente de verantwoordeljke persoon is. De begrotingen worden opge
steld door het betreffende lichaam. Het zjn verplichte uitgaven.
Een incidentele raad kan bezwaar hebben tegen bepaalde posten, doch
deze moeten toch in de gemeentebegroting worden opgenomen. Het heeft
geen enkele zin hiervoor een commissie te benoemen. Dit is nu een
maal de consequentie van de gemeenschappeljke regeling.
De heer VAN MERRIENBOER merkt op, dat men niet gebonden bljft aan
de gemeenschappeljke regeling.
De VOORZITTER bevestigt dit. De gemeente kan uittreden.
De heer DE JONGH voert hierbj aan, dat wil men hiertoe besluiten de
raad ook de gehele gang van zaken moet kennen, ook de financiële
kant.
Hier zal het volgens spreker beter zjn een afvaardiging van de raad
in te schakelen en niet ieder raadslid op z'n eentje dit te laten
doen.
De heer AKKERMANS meent te begrjpen, dat de heer De Jongh met name
het Streekgewest op het oog heeft. Er zjn zovele gemeenschappeljke
regelingen»
De heer DE JONGH zegt, dat hj alle gemeenschappeljke regelingen bedoelt.
De heer AKKERMANS beperkt zich als voorbeeld tot de begroting van
het streekgewest. Deze begroting ligt ter inzage. De vertegenwoor
digers van de raad in het streekgewest stellen de begroting mede vast
en kunnen zonodig informatie aan de raad geven.
De VOORZITTER merkt op, dat een commissie uit de raad naast vertegen
woordiging namens de raad niet pleit voor het vertrouwen in de ver
tegenwoordigers uit de raad. Begonnen moet worden met vertrouwen te
geven.
De heer AKKERMANS kan er wel inkomen dat b.v. een begroting van het
streekgewest niet bj wjze van spreken in een kwartier tjd bejeeken
kan worden, doch spreker is bereid met zjn collega vertegenwoordiger
hier op verzoek van de raad een avond aan te besteden. Dit is al eens
meer gebeurd»
I - j. 0. 5