De heer DE JONGH heeft uit het vorige verslag van de raad gele
zen dat diverse ontmoetingscentra zijn bezocht. Spreker gist dat
de heren wethouders, Van Ginneken en Oomen hier ook mee zijn ge
weest. Men weet alles achteraf. Men weet alles uit de agenda,
maar niet als bouwcommissie.
De VOORZITTER wijst er nogmaals op, dat de heer De Jongh geen
juist onderscheid maakt.
Spreker wijst er op dat de heer De Jongh thans in zyn functie
als raadslid aanwezig is en niet als lid van de bouwcommissie.
Wanneer de voorbereiding zover klaar is, kan de voorzitter van
de bouwcommissie na machtiging van het college de bouwcommissie
bijeenroepen. Doet de voorzitter van de bouwcommissie dit niet,
dan kan hierover in de: raad een opmerking gemaakt worden.
De heer AKKERMANS vindt dat de voorzitter formeel gelijk heeft,
doch kan zich voorstellen dat de heer De Jongh onprettig is ge
troffen, omdat hij gemeend heeft, dat de bouwcommissie bij de be
sprekingen in de loop van het jaar betrokken zou zijn. Spreker
vindt dat het een ommissie is van de commissie. Spreker maakt
er geen punt van, doch wenst toch wel, dat de commissie in de
toekomst meer bij de aangelegenheid betrokken gaat worden.
Daarvoor is de commissie toch in het leven geroepen. Als er
voorstellen in de raad worden gedaan, en de commissie weet
hier niets van, dan komt dit toch wel een beetje vreemd over.
Het ware in het vervolg een beetje tactischer te spelen.
Wethouder VROLIJK zegt als voorzitter van de commissie, dat hij
van een en ander kennis heeft genomen. Spreker heeft de heer
De Jongh gesproken, welke de vorige vergadering niet aanwezig
kon zijn, doch uit de notulen van de raadsvergadering het be
sprokene zou kunnen lezen.
Kennelijk had de heer De Jongh contact gehad met de heer Akkermans
om zijn belangstelling te tonen voor het ontmoetingscentrum. Wet
houder VROLIJK dacht er goed aan te doen ook de heren De Jongh
en Akkermans middels het verslag van de bespreking met de heer
Van de Kerkhoff van C.R.M. op de hoogte te stellen over de gang
van zaken.
Indien dit verslag niet ter kennis was gebracht, zou niet eens
bekend zijn geweest dat de betreffende bespreking had plaats ge
vonden.
De VOORZITTER sluit de discussie met te vermelden dat van de
voorzitter van de bouwcommissie bericht ontvangen zal worden
over de volgende vergadering van de bouwcommissie.
13. Sluiting
De VOORZITTER sluit hierna de vergadering met het conform het
Reglement van Orde vastgestelde gebed.
Vastgesteld in de openbare vergadering van
24 november 1976.
De raad van de gemeente Oud en Kieuw Gastel
de secretaris,