12. Rondvraag a. De heer DE JONGH haakt in op een op maandag jongstleden ont vangen verslag inzake het Ontmoetingscentrum, welk verslag overigens een zeer goed verslag is, doch waar spreker zich toch boos over gemaakt heeft. De heer Akkermans blijkt na informatie ook een verslag te hebben ontvangen. Blijkens het genoemde verslag zijn de leden van de bouwcommissie ontmoetingscentrum bijeengeweest, behalve dan met spreker en de heer Akkermans. De VOORZITTER merkt hierbij op, dat de bouwcommissie niet bijeen geweest is. De heer DE JOISkrH zegt dat als afzender op de enveloppe was ver meld! "voorzitter bouwcommissie Ontmoetingscentrum Oud en Nieuw Gastel, L.P. Vrolijk". De VOORZITTER brengt in herinnering, dat de heer Akkermans in een vorige vergadering heeft gezegd, dat in de laatstgehouden vergadering van de bouwcommissie is afgesproken dat er een ver gadering zou komen, vooraleer deze kredietaanvrage in de raad 'Ou zijn gekomen. Dit is door een of andere oorzaak niet gebeurd. De zaak is vanuit de raad teruggekaart naar het gemeentebestuur. Het gemeentebestuur is bezig deze zaak nader te bestuderen. De twee wethouders hebben een gesprek gehad namens het gemeente bestuur en niet namens de bouwcommissie. Wethouder Vrolijk heeft nadat dit gesprek heeft plaatsgevonden spreker gevraagd om het betreffende verslag aan de leden van de bouwcommissie te zenden. Na enige aarzeling heeft spreker hierin ingestemd, daar het tevens raadsleden betreft, die uit een oogpunt van geïnformeerd te zijn, hiervan op de hoogte mogen zijn. Wethouder Vrolijk heeft daarna de leden van de bouwcommissie een verslag gezonden en wel in zijn kwaliteit als voorzitter van de bouwcommissie. De heer DE JONGH memoreert dat uit het verslag blijkt, dat ook de heer Oomen en de heer Van Ginneken bij de vergadering aanwezig waren. De VOORZITTER wijst er op, dat onderscheid gemaakt moet worden tus sen het college van burgemeester en wethouders en de bouwcommissie. De wethouders hebben aan het gesprek deelgenomen namens burgemeester en wethouders, de heer Oomen is er bijgeweest als secretaris van de gemeente en de heer Van Ginneken als technische man. Het komt de heer DE JONGH toch wel een beetje vreemd over. De VOORZITTER vindt het een normale zaak. De gemeenteraad kaart de zaak terug naar het college van burgemees ter en wethouders. Het college van burgemeester en wethouders gaat de zaak bespreken, c.q. onderzoeken. Het college van burgemeester en wethouders beslist, dat de beide wethouders met de secretaris en technische man van de gemeente een gesprek zullen hebben met een aantal deskundigen. De heer DE JONGH merkt op, dat het college van burgemeester en wethouders een commissie in het leven heeft geroepen om alle stap pen te ondernemen om te komen tot de realisering van het plan. Spreker vindt het niet juist, dat niet alle commissieleden by het laatste gesprek zyn geweest. De VOORZITTER zegt nogmaals, dat de bouwcommissie niet aan de orde komt. De heer DE JONGH vindt het niet juist, dat spreker en de heer Akker mans er niet bij geweest zijn. Spreker vindt het jammer dat hij de vorige raadsvergadering niet aanwezig kon zijn.

Raadsnotulen

Oud en Nieuw Gastel: 1938-1980 | 1976 | | pagina 126