- 5 - Mevrouw HENDRICKX blijft van mening dat desondanks het toch te overwegen is de onroerendgoedbelasting op te trekken met het bedrag van de opbrengst van de hondenbelasting. De VOORZITTER herinnert aan een vorige raadsvergadering, waarin de fractie, waarvan mevrouw Hendrickx deel uit maakt, terecht heeft aangedrongen op een besluit wat niet is gebeurd, waarvoor verhoging van de onroerendgoedbelasting wel voor nodig geweest zou zijn. In zijn algemeenheid mag de onroerendgoedbelasting niet overal voor gebruikt worden. Mevrouw HENDRICKX brengt toch het voorstel ter tafel de honden belasting af te schaffen. De VOORZITTER merkt op, dat dit niet kan op dit moment. Er kan wel een amendement ingediend worden op het voorliggende voorstel. Voor afschaffing moet een nieuw voorstel komen. Het voorstel van mevrouw HENDRICKX wordt niet verder gesteund. De heer MARCELISSEN vindt het zeer onredelijk, dat niet houders van honden vervangende hondenbelasting moeten gaan betalen middels de onroerendgoedbelasting. De heer MOERINGS is het hiermede eens, daar een kleine groep hondenbelasting betaalt. De VOORZITTER rectificeert dit in zoverre, dat betalenden voor hondenbelasting niet als een kleine groep kan worden aangemerkt. In de gemeente zijn er 2300 gezinnen. De heer MOERINGS vindt het voorstel een fikse verhoging. Een meer opbrengst van 7.000,--Spreker veronderstelt dat de 7»000, niet gehaald zullen worden, omdat de verhoging der belasting een beperking van honden met zich mee zal brengen. De VOORZITTER is van mening, dat de mensen die een hond hebben er enorm veel voor over hebben. Te denken b.v. aan het gaan naar een dierenarts. De belastingverhoging speelt blijkens de ervaring geen rol. De heer GELIJNS is van mening dat de gemeente van een hond geen melkkoe moet maken. Een bezitter van een hond heeft er vriendschap aan. Het is als waakdier ook een nuttig dier. Hij waarschuwt nog eerder als de politie. Spreker is tegen de verhoging van de hondenbelasting. Het vigeren de bedrag dient gehandhaafd te worden. Spreker is wel van mening dat de voorschriften strengere naleving behoeven. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. Mevrouw HENDRICKX en de heren GELIJNS, DE JONGH en VAN MERRIENBOER worden geacht te hebben tegengestemd. 7Vaststelling 3e wijziging Verordening rioolafvoerrecht classificatienr-1.71^.12) (preadvies nr.: 76.090) De heer VAN MERRIENBOER vindt dat trendmatige verhoging in feite jaarlijks moet terugkomen. De VOORZITTER is het hier mee eens, doch het is wel eens onprettig om elk jaar met een verhoging te komen. Het zou inderdaad juister zijn. Zonder hoofdelijke stemming wordt met algemene stemmen overeenkom stig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 8Aankoop grond in plan "Willem-Alexandervan A. Riisdjjk. Rjjpersweg 73 te Oud Gastel classif icatienr-2.07.351.11) (preadvies nr.; 76.091)

Raadsnotulen

Oud en Nieuw Gastel: 1938-1980 | 1976 | | pagina 124