- k -
De voorliggende uitbreiding van de SPAR komt bijna tot aan de
bestaande woning Dreef 1Wat moet er met deze woning gaan
gebeuren»
De VOORZITTER ziet geen bezwaar voor het bestemmingsplan, immers,
gedeputeerde staten geven de goedkeuring aan de bouwplannen ex
"artikel 19"»
De wening Dreef 1 zal op de duur geamoveerd moeten worden.
De heer AKKERMANS informeert verder of de ruimte rondom het
nieuwe raadhuis door het vooruitlopen op het bestemmingsplan
in gevaar komt»
De VOORZITTER is hierover niet bezorgd, doch memoreert wel,
dat de juiste grootte en de situering van de ruimten rondom
het nieuwe gemeentehuis nog discussiepunten zijn, echter niet
aan de zijde van de "SPAR".
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel
van burgemeester en wethouders besloten. Mevrouw AKKERMANS
verlangt de kanttekening, dat de prijs voor een bestaand be
drijf hoog is.
6Vaststelling 5e wijziging van de Verordening op de heffing A
en invordering van de hondenbelas ting~r^assif*icatienr
preadvies nr.; 76.089)
Mevrouw HENDRICKX heeft bezwaar tegen het discrimineren van dieren.
Door de hondenbelasting worden de houders van honden zwaarder
belast dan de niet houders.
Spreekster is van mening dat de opbrengst van de hondenbelasting
beter verdeeld wordt als eenieder gaat meebetalen. Bijvoorbeeld
door de Onroerendgoedbelasting te verhogen.
Spreekster is verder van mening dat het toezicht op het gedrag
van de honden en het bevuilen van de straten en pleinen, enz.
meer doelmatiger moet zijn.
De politie dient hier met de Algemene Politieverordening in de
hand beter op toe te zien.
Mevrouw HENDRICKX doet de suggestie dat houders van honden krante
papier bij zich hebben en mochten de honden uitwerpselen achter-
laten^dat deze dan in een krant worden gedaan om thuis in de vuil
nisbak"deponeren.
Spreekster vermeldt verder dat ook katten overlast kunnen bezorgen^
Mevrouw HENDRICKX is tegen verhoging van de hondenbelasting, en wil
zelfs de hondenbelasting afschaffen.
De VOORZITTER brengt onder de aandacht dat niet alle inkomsten van
de gemeente onder de onroerendgoedbelasting gestopt kunnen worden.
De hondenbelasting is voorts met name in de gemeentewet genoemd.
Een begroting moet bezien worden tegen de achtergrond van de be
lastingopbrengsten. Door de invoering van de onroerendgoedbelasting
heeft de gemeente een eigen inkomstenbelasting verworven. Er zijn
echter meerder belastingen welke met name genoemd zijn, voor een
extra uitkering uit het gemeentefonds ("artikel 12"), als er een
tekort is in de begroting, en met name is hierbij ook de honden
belasting genoemd, welke tot een bepaald niveau opgetrokken dient
te worden.
Wil men de hondenbelasting afschaffen, hetwelk thans niet aan de
orde is, dan dient hiervoor een afzonderlijk voorstel te komen.
De VOORZITTER is ervan overtuigd dat de hondenbelasting door de
raad niet zal worden afgeschaft. Wordt de gemeente een "artikel
12"-gemeentedan moet ook de hondenbelasting tot het maximum
bedrag geheven te worden.
Het is onjuist de belasting af te schaffen. Over het tarief kan
echter wel verschillend gedacht worden.