A - 2 - Rekening houdend niet vorenstaande kanttekeningen w,orden de notulen van voornoemde openbare vergadering zonder hoofdelijke stemming met algemene stemmen gearresteerd. 3. Ingekomen stukken (preadvies nr.: 76.086) De heer VAN MERRIENBOER vraagt zich af of gedeputeerde staten een voorbereidingsbesluit ex artikel 37 j lid 2 van de Wet op de Ruim telijke Ordening kunnen nemen, anders dan in geval van een boven- gemeentelijke belang. Dit naar aanleiding van het ingekomen stuk onder punt "c". De VOORZITTER geeft in overweging dit dan bij gedeputeerde staten kenbaar te maken. Gedeputeerde staten menen, dat genoemd artikel kan worden toege past. Gedeputeerde staten zullen uitmaken welke bovengemeentelijke belangen een rol spelen. De heer MARCELISSEN concludeert dat gedeputeerde staten het in feite niet eens zijn met het genomen raadsbesluit. De VOORZITTER bevestig^; ditWm Mevrouw HENDRICKX vraagt wanneer een aanvang kan worden gemaakt met het bouwrijpmaken van het grondcomplex "Dintel", mede zulks in verband met het verdagen van de beslissing van gedeputeerde staten (punt "b"). De VOORZITTER merkt op, dat begrotingswijzigingen, indien het tech nische aangelegenheden betreft om advies worden gezonden aan de technische dienst van de provincie. Spreker is bekend dat de technische dienst ter plaatse is geweest en het is te verwachten dat dit advies spoedig verstrekt zal worden, waarna de goedkeuring van de begrotingswijziging kan volgen. Spreker attendeert er verder op, dat het plan Dintel geleidelijk aan moet worden volgebouwd gedurende een jaar of twaalf. Het plan moet in fasen uitgevoerd worden. Dit geldt zowel voor de woning- wetbouw als de vrije sectorbouw en de premiebouw. Iedere aanvrage die thans binnen is kan wellicht niet gehonoreerd worden, daar de keuze verschillend ligt. Men kan niet overal te gelijk beginngn. Zonder hoofdelijke stemming worden de ingekomen stukken met alge- mene stemmen overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wet- houders voor kennisgeving aangenomen. kVaststelling vergoedingsbedrag per leerling voor het bpzonder lager onderwijs en het bijzonder buitengewoon onderwijs voor het .jaar 1977 classif icatienr - 18512/072l (preadvies nr.: 76.087) De heer VAN MERRIENBOER vindt het een mijlpaal, dat er thans over eenstemming is tussen het schoolbestuur en de gemeente met betrek king tot de hoogte van het bedrag per leerling voor de basisscholen. De jarenlange achterstanden zijn nu ingelopen. De VOORZITTER is het hiermede eens als bedoeld wordt de achterstand bij de scholen. Spreker is het niet eens als bedoeld zou worden de achterstand bij de gemeente. De heer VAN MERRIENBOER doelt op de achterstand bij de scholen. Spreker memoreert dat de gemeente altijd positief staat tegenover het buitengewoon onderwijs. Thans verkeert de school voor buiten gewoon onderwijs in verband met het lage leerlingenaantal in bij zondere omstandigheden.

Raadsnotulen

Oud en Nieuw Gastel: 1938-1980 | 1976 | | pagina 121