- 12 -
Wethouder VROLIJK heeft met plezier een paar jaar aan het project
gewerkt
Spreker heeft op de eerste plaats heel veel steun ondervonden van
het college van burgemeester en wethouders en niet minder van
het hoofd van bouw- en woningtoezicht. Er zijn verschillende soort
gelijke gebouwen bezocht en telkens werd gezegds "Zoiets moet
Oud Gastel ook hebben.
Bijna in alle West—Brabantse gemeenten, van groot tot klein is
er een gemeenschapshuis en in negen van de tien gemeenten is er
een evenementenhal of sporthal bij. Spreker heeft echt de indruk,
niet voor 100$, maar wel voor 80$, dat het voorstel "b" moet
zijn. Daarom steunt spreker graag het voorstel van de heer Marce-
lissen.
De heer AKKERMAKS komt nog terug op de opmerking van de voorzitter
over de informele raadsvergadering. Spreker memoreert, dat op de
door hem gestelde vraag in de informele raadsvergadering geen
antwoord is gegeven. Het betrof de vraag wat de verbouwing van
het gebouw sec zou kosten. In het voorliggende preadvies is dit
wel als een mogelijkheid voorgeschilderd. Zodoende is spreker
tot dit besluit gekomen. Het voorliggende preadvies is uitvoerig
en duidelijk.
De VOORZITTER accepteert deze toelichting doch plaatst er toch
een kanttekening bij.
In september 1976 heeft de gemeenteraad aan het college van bur
gemeester en wethouders de opdracht gegeven om de zaak zo objec
tief mogelijk voor te leggen.
In het kader van die opdracht is al datgene genoemd, wat zou
kunnen.
Er is zo goed mogelijk aan het verzoek voldaan.
Spreker is blij dat de raad over het project van gedachten heeft
gewisseld, al blijkt nu, dat het nog niet geheel uit de verf is
gekomen.
Spreker wil wel uitdrukkelijk stellen, dat het college van burge
meester en wethouders het op prijs heeft gesteld de raad zo ob
jectief mogelijk en zo uitvoerig mogelijk voor te lichten.
De heer AKKERMANS ondersteunt gaarne de opmerking van de heer
Van Merrienbóer terzake van de horeca.
Ten aanzien van dit laatste memoreert de VOORZITTER, dat de ge
meente is gebonden aan de terzake gegeven voorschriften van C.R.M.
Spreker stelt aan deze voorschriften, voor zover het in zijn ver
mogen ligt, de hand te zullen houden0
De heer DE JONGH gaat niet meer in op het object als zodanig, doch
wel op de wijze waarop het tekort in de gemeentebegroting wordt
opgevangen.
Spreker koppelt de verhoging van de onroerendgoedbelasting aan de
kapitaalslasten van het ontmoetingscentrum en bepleit daarom
de trendmatige verhoging van de belastingen, waarvan hij voor
stander is, niet te laten gelden voor de belastingverhoging als
gevolg van de kapitaalslasten, daar de berekende rente over de
totale afschrijvingstijd gelijk blijft.
De VOORZITTER maakt hierbij de kanttekening dat dit een geheel
foutieve benaderingswijze is.
Alle belastingen die worden geheven, leges, rioolafvoerrecht
reinigingsrechten, hondenbelasting, onroerendgoedbelasting,
vallen onder één begrip: belasting. Al deze belastingen in zijn
totaliteit vormen tesamen met de uitkering uit het gemeentefonds
een inkomen, waaruit de gemeente al haar uitgaven moet doen.