- 9 - Voornamelijk om financiële redenen. Er zijn vier alternatieven opgesteld. Hierover zijn we ons gaan beraden. Wat betreft de subsidie van C.R.M. is op zijn best 450«000,-- te verwachten, zijnde 75% van 600.000,--. Over misschien vijf of zes jaar. Het is een maximum en het is een misschien. Het te investeren bedrag mag niet te hoog zijn. Hier versta ik geen twee miljoen onder. Als we dan de kleine kans op subsidie willen behouden, dan zullen de bouw veel kleiner moeten opzetten. Dat impliceert, mijnheer de voorzitter, logisch doorredenerend, dat we eenvoudig dit gebouw moeten verbouwen en aanpassen voor b.v. 600.000,--. Daar kunnen we ook aardig wat mee doen. Ook inclusief aanschaf van meubilair en dergelijke. Maar daar is dan geen film- en toneelzaal bij en een hal. Wat betreft het subsidie van C.R.M. het volgende. Er wordt prijs op gesteld dat de stichtingsvorm wordt gekozen. Het is wel niet een eis sine qua non. C.R.M. houdt er van dat de bevolking wordt be trokken bij de opzet van het object. Als C.R.M. het subsidie kop pelt aan de opzet, dan zal er een stichting geformeerd moeten worden om subsidie te verkrijgen. Bovendien hebben wij dat beloofd in een openbare bijeenkomst en belofte maakt schuld. Er is trouwens geen bezwaar tegen. Het behoeft misschien niet direct te gebeuren. Bij de aanvraag om subsidie lijkt het me een uitstekend uitgangspunt. D.a.c.w.-subsidie, mijnheer de voorzitter, zie ik ook niet zitten. Maar nu we geen dekkingsmiddelen hebben, of die nog gezocht moeten worden in de begroting 1977» kunnen we ook onze begroting niet extra belasten voor dit object. En dan behoeft de onroerendgoed- belasting niet of weinig verhoogd te worden. We behoeven ook niet zo in te zitten over het exploitatietekort, dat dan minder zwaar gaat drukken» temeer, daar de horeca-winsten niet mogelijk zijn, als we tenminste gevolg geven aan de ter zake door C.R.M. gegeven richt lijnen. Bovendien kunnen de bestaande horeca-bedrijven hier nog al wat opvangen. Er is een goede variatie. Mijnheer de voorzitter, u voelt het wel aankomen. Voor mij is moge lijkheid "d" dë oplossing; alleen verbouw en aanpassen van het bestaande gebouw. De VOORZITTER haakt in op het gestelde in met de vraag waarom men zich zo heeft ingespannen om een informele vergadering van de gemeen teraad te houden over het voorliggende onderwerp. Spreker heeft een duidelijke afspraak gemaakt, dat het agendapunt wederom aan de orde gesteld zou worden, indien het een haalbare kaart zou zijn. Indien dit niet zo is, dan zegt spreker tevoren, dat op gpen enkele wijze op enige medewerking van zijn kant gerekend behoeft te worden. Spreker wil geen "pepernoot", maar een "banketstaaf Mevrouw AKKERMANS merkt op, dat het vrij staat een mening te geven. De VOORZITTER voegt hieraan toe, dat er heel wat op de achtergrond heeft gespeeld. Mevrouw AKKERMANS geeft haar mening weer. Spreekster is van mening dat er werkelijk een wezenlijke behoefte is aan een bepaalde voor ziening in de gemeente; film-, toneelzaal. Spreekster staat achter het alternatief "c". De heer JANSEN staat eveneens achter het alternatief "c", doch ziet niet veel verschil met "b". De heer MARCELISSEN kiest ook voor "c". Spreker maakt de kanttekening bij het voorstel van de heer Akkermans, dat als gekozen wordt voor alternatief "d", dat dan beter niets kan gebeuren.

Raadsnotulen

Oud en Nieuw Gastel: 1938-1980 | 1976 | | pagina 112